De film over Andy

De eerste dag hebben we geen camera bij ons, eerst moeten Andrej en Andy maar eens kennismaken. Andy sleept ons naar de drankwinkel om goedkope vodka in te slaan. Daarna verplaatsen we ons naar het meest smoezelige dranklokaal dat ik in Petersburg ooit gezien heb, type Turks café in de binnenstad. Ik bestel een biertje, want ik heb geen innige band met vodka.

In 'Petit Mont Martre', zoals dit etablissement genoemd wordt, hangen er een paar fotokopieën van Andy's schilderijen met plakband aan de muur, aldus een expositie voorstellende. Behalve de gezette verlopen barvrouw, zit er een oude invalide man in de zaak. Van tijd tot tijd lopen er een grimmige skinheads de zaak in die om een gitaar vragen, die, naar mij later duidelijk werd, de bardame angstvallig achter in de zaak verborgen houdt. We wachten op Eric, die hier, zichzelf begeleidend op de gitaar, elke dag liedjes zingt. Intussen worden we lastig gevallen door een dronkelap die ons voor Est of Let aanziet.

Enige glazen later komen er dan toch een paar stonede hippies binnen. Een van hen, Eric, haalt de gitaar van achter uit de zaak en begint te spelen, terwijl zijn vriend Pasja allerlei kaarttrucs op ons uitprobeert. Door zijn vrienden wordt hij de kunstenaar genoemd, hij is er trots op dat hij nooit aan enig kaartspel deelneemt, hij vertoont alleen maar zijn trucs met de kaarten. Een jonge kunstacademiestudent maakt een schets van mij, zodat ik me helemaal in Parijs waan. Eric raakt zijn gitaar kwijt aan een Dagestaner, waarmee je maar beter geen ruzie kan maken. Inmiddels heeft zich ook een Witrus bij ons gezelschap aangesloten en neemt het gezang een duidelijk andere wending, zelfs de barvrouw zingt met tranen in haar ogen mee.

Ik haat gelegenheden als de kleine Moulin Rouge, het zijn huiskamers voor creatieve, intelligente mensen die aan lager wal geraakt zijn. Boeiende karakters, dat wel, met veel mensenkennis, die zich terecht tegen de maatschappij afzetten, omdat ze juist te veel voelen. Af en toe voel je een vleugje verwrongen optimisme tussen het fatalisme opsteken. Ik kan er niets mee, ik geloof hier niet in.

Tot mijn opluchting gaat de kroeg om acht uur plotseling dicht en we taaien af naar Andy's huis. Dit uiteraard niet zonder wederom een bezoekje aan de slijter te hebben gebracht. Andy geeft mij de fles vodka in bewaring, voor het geval we door zijn moeder begroet worden. Andy's moeder is nog boos, omdat hij gisteren doorgezakt is. Ze komt dan ook niet uit haar slaapkamer en de fles wordt al gauw geopend. We luisteren naar Andy's gedichten en kijken naar de miniaturen in zijn slaapkamer.

Een paar dagen later hebben Andrej en ik een aardige discussie over het doel van onze film. Wat willen we nu eigenlijk laten zien? En aan wie willen we het tonen? Het wordt een soort theoretische discussie over doelen, doelgroepen enzovoort. Wat mij betreft maken gewoon iets zonder al te veel pretenties en bijgedachten, zodat we ons gewoon op de inhoud kunnen richten, achteraf kun je altijd nog verzinnen waarom het nuttig was. De volgende dag komt Andrej met een mooie verklaring voor onze bezigheden, het is allemaal toeval: als hij me vorig jaar geen emailtje had gestuurd, hadden we elkaar nooit ontmoet. Niet iets om in een subsidieaanvraag te zetten, maar ik kan me er helemaal in vinden.

Als we Andy voor de tweede keer bezoeken, hebben we de camera meegebracht. We hebben voor een simpele aanpak gekozen. We hebben Twaalf miniatuurschilderijen uit Andy's omvangrijke oeuvre gelicht en bij elk plaatje stel ik een vraag of laat hem een bijpassend gedicht voorlezen. Andy heeft zich in een grijs pak met das gehesen en is stik zenuwachtig, na elke korte anekdote roept hij 'Galeim' en neemt een slok. Pas als we in de keuken zitten, zonder camera, Andrej is achtergebleven in de slaapkamer om nog wat shots te maken, komt Andy los. Hij vertelt over zijn niet afgeronde studie medicijnen, liefde voor koken en tekenen. De pijn om op de zak van zijn moeder te teren, het is tien jaar geleden dat hij voor het laatst een schilderij verkocht heeft. Het ongeluk, jaren geleden viel Andy van een muurtje bij een metrostation, hij kwam daarbij zeer ongelukkig terecht, aan de linkerkant is zijn schedel ingedeukt. Hij heeft twee jaar nodig gehad om te herstellen, zelfs nu nog slikt hij medicijnen en lijdt aan geheugenverlies. In de slaapkamer van zijn moeder kijken we naar de foto's van een zestwintigjarig Andy, een jonge, vitale, niet knappe artiest was hij toen. Bewonderenswaardig is de opgewektheid waarmee hij zich door het leven slaat. De dronken Engel. Een verhaal schrijven is in elk geval veel gemakkelijker dan een film maken.

De volgende keer dat we langskomen is Vladimir, Andy's beste vriend, op bezoek. Ongevraagd zet hij met zijn dodelijke eerlijkheid alles in perspectief. Andy heeft geen positie in de kunstwereld, ieder jaar studeren er duizend studenten af op de drie kunstacademies van Sint Petersburg. Kant en klare schilders die bijna iedere stijl onder de knie hebben. Andy mag dan genoeg talent hebben, hij is tevens zo lui als het maar kan. De ontluisterende woorden van Vladimir maken duidelijk dat hij een grote genegenheid voor Andy koestert. Andy past volgens hem in geen enkel kunsthokje, uiteindelijk definieert hij zijn werk als post, post punk hippie impressionisme.

Vervolgens legt Vladimir de pijn van de laatste Bresnjev generatie bloot, opgevoed met de idealen van de Sovjet Unie, waarin alle volkeren gelijk waren en geld verdienen om het geld verdienen subversief was. Iedereen werd beschermd door de verzorgingsstaat. De veertigers van nu, 'de Bresnjevki's', zijn na de perestrojka verpletterd onder het nieuwe kapitalisme, sommigen hebben het gered, maar velen zijn in de problemen gekomen. Nog even en de laatste kinderen van het zeventig jaar durende experiment zijn voor altijd verdwenen en vergeten.

Direct krijg ik associaties met mijn eigen, niet overdreven succesvolle en een tikje verwarde generatie, een stelletje goedwillende idealisten, dapper meedansend in de technocratie, maar daarmee alleen maar benadrukkend dat ze vroeg oud zijn geworden. Bresjnjevki's in cadeauverpakking.

Vladimir vertelt over zijn verblijf in de Verenigde Staten. 'Als je wint ben je een held en krijg je een bonus, als je verliest ben je een lul en kan je verder door de grond zakken. In Rusland is geen echt kapitalisme het is: Pfffffft'. Gaandeweg worden Andy en Vladimir zo zat dat er geen touw meer aan vast te knopen is. Bij ons vertrek doet Vladimir ons nog een pakkende titel aan de hand: de laatste debielen van Rusland.

Een week later meldt Andy ons trots dat hij met drinken gestopt is. Andrej en ik kloppen ons op de borst; dat hebben wij dan toch maar mooi bereikt. Gevolg is wel dat er van nu af aan geen zinnig woord meer uit Andy te krijgen is. Na wat oeverloos heen en weer gepraat, besluiten we om zijn moeder te interviewen.

Weer een week later gaan we met hem op locatie filmen, we hebben Fontanka uitgekozen, onderwerp van één van Andy's beste schilderijen. Hoewel het inmiddels twee uur 's middags is, is Andy niet erg communicatief, hij is net opgestaan. Na een minuut of twintig geven we de moed op en lopen naar Pushkinskaja 10, het centrum voor de underground kunst in Sint Petersburg. Medjejev is de directeur van P10, en tevens een goede vriend van Andy. Hij betiteld hem als geniaal, eeuwige kind, totale non conformist, volstrekt onbemiddelbaar en aartslui. Uniek maar onverkoopbaar. We komen overeen dat we de vertoning van de film Andy in Puskinskaja koppelen aan een expositie van zijn werken en een bijbehorend boekje. Het gemak waarmee dit gaat verbaast me.

Na afloop gaan Andrej, Andy en ik een biertje in een alternatieve kroeg (een soort Twijfelaar) drinken. Andy heeft ondertussen al een uitvlucht bedacht om de tentoonstelling te torpederen: zijn schilderijen moeten ingelijst worden, ze kunnen tenslotte niet met een punaise aan de muur gehangen worden zoals thuis, legt hij op paternaliserende toon uit. Ik begin wantrouwen te koesteren jegens Andy, misschien vindt hij dat alles zo goed is en huivert hij ervoor om ook maar iets te veranderen.

Als we een paar dagen later langskomen om nog wat schilderijen te filmen kan dat niet, omdat ze ingelijst worden. Zou het praatje met Medjejev dan toch tot enig resultaat leiden? Ons plan is om een kort en serieus interview te houden, dat als het ware alle voorgaande opnamen met elkaar zal verbinden. Andy knikt begrijpend. Als ik hem vraag om iets over een van zijn schilderijen te vertellen, antwoordt hij dat hij het werk geschilderd heeft en niet geschreven. Tot overmaat van ramp valt de camera te pletter, een goed moment om het fantastische diepte-interview af te sluiten.

Vriend Vladimir zit ons in de keuken op te wachten. Hij praat, zoals bijna alle Russen, heel gemakkelijk over zijn privé-leven. Hij verbleef vijf jaren illegaal in de Verenigde Staten. Een zwaar auto ongeluk bracht een einde aan zijn verblijf. Zijn eerste ex-vrouw en zijn oudste dochter (veertien) wonen er nog steeds. Zijn jongste dochter van zeven woont wel in Petersburg. Hij beklaagt zich over de moeder van zijn kind, die alcoholiste is. Als hij geld over heeft geeft hij het aan zijn jongste dochter. Dit komt echter niet vaak voor, Vladimir is koerier en verdient 90 euro per maand. Een paar keer per week komt hij bij Andy eten. Ondanks alles blijft hij toch optimistisch, een opmerkelijk mens.

Twee dagen later nodigt Andrej Andy en ons uit voor een afscheidsdineetje in een Ierse pub. Het blijkt Haloween te zijn, dus een groot feest. Het is een leuke avond met ballonnen en maskers en live muziek. Kolja loopt de hele avond door het café en vermaakt zich uitstekend. Als we om halfelf in de metro stappen valt hij direct in slaap.

Achteraf blijkt dat Andy het er slechter af gebracht heeft, hij is nog een tijd in het café blijven hangen en naderhand letterlijk de weg naar huis kwijtgeraakt. Urenlang heeft alleen door de stad gezworven en kwam pas om zes uur 's ochtends met een bebloed voorhoofd thuis. Hij kan zich niets meer herinneren van wat zich, pakweg tussen één en zes uur 's nachts heeft afgespeeld. Voor het eerst sinds een maand had hij de vodka weer eens aangeraakt, zijn moeder is ziedend.

Epiloog

Elf banden, waarvan er drie gelukkig alleen maar met muziek zijn gevuld. Hier moeten we de komende maanden een film van circa 15 minuten van zien te maken. In het voorjaar komt Andrej weer naar Rusland om de montage te maken. Maar voor het zover is, zal ik al het materiaal moeten bekijken en de interessante passages moeten noteren. Voorlopig genoeg te doen dus.

4 september première Dronken Engel in Art-center Pushkinskaja 10 te Sint Petersbrug
17 oktober Nederlandse première Dronken Engel in Kunstcentrum Koffie Verkeert, Rotterdam