Bladeren

Ik ben pas tegen tienen uit een diepe slaap ontwaakt. Ik heb het gevoel of dat ik twee weken op vakantie ben geweest in een zonnig afgelegen oord. De kantoorwereld lijkt niet meer te bestaan. Het is me niet meegevallen om twee avonden per week ook 's avonds te werken. Wel is het een openbaring voor me dat het voor de klas staan mij bevalt. Toen ik zelf op school zat wist ik uiteraard niet wat ik wilde, maar ik wel zeker was dat ik nooit op kantoor zou zitten of voor de klas zou gaan staan. Lesgeven is in elk geval leuker dan achter een computer zitten.

Tijdens het ontbijt bedenk ik dat het snel weer winter zal worden. Vijf maanden vorst, sneeuw, blubber, kou en schemer. Geen opwekkend vooruitzicht. Het is natuurlijk geweldig dat je in Noordwest Rusland echt vier seizoenen hebt, alleen de winter is wat te lang uitgevallen.

Gisterenavond schemerde het al toen ik om halfnegen van het station naar de datsja liep. Eigenlijk is het al lang herfst. De pruimenbomen zitten vol fruit, veel meer dan we zelf op kunnen eten. Weggeven kan ook niet, want de buren kampen met dezelfde overdaad. 's Avonds laat genoot ik van de laaghangende goudkleurige volle maan.

Er wacht nog een geweldige hoeveelheid werk in de tuin. Nog negen perkjes moeten omgespit worden en het onkruid moet uit de aardbeienveldjes worden gehaald. Het dak is bedolven onder een mantel van rottende dennennaalden. Het is een vooruitzicht om moedeloos van te worden. Ik hark daarom het tuinpad maar aan, dat is tenminste een werkje dat snel en zichtbaar resultaat oplevert. Daarna begin ik de veldjes om te spitten en verwijder het onkruid.

's Middags gaat Natasha met Vera en Kolja paddestoelen zoeken. Ik stook de kachels in de keuken en in Kolja's slaapkamer op. Al gauw hangt de geur van brandend berkenhout in het huis.

De volgende ochtend is het tuinpad weer bedekt met kleurige bladeren en dorre dennennaalden.