Déjà vu

Het regent flink, zo erg dat zelfs florafiel Natasha haar bloemenperkjes in de steek gelaten heeft en binnen met Kolja zit. Het is niet alleen hondenweer, maar ook kinderwagenweer. De enig succesvolle methode om er voor te zorgen dat Vera in slaap valt is eindeloos rondjes door de tuin karren. Elke keer als ik even stilsta wordt ze wakker. Aan de andere kant van het hek zie ik Galja in haar lange zwarte regenjas geknield onkruid verwijderen. Haar mooie bloementuin wordt, zoals ieder jaar, bedreigd door in hevig tempo oprukkend onkruid. Haar man Andrej is weg met zijn auto om hout te kopen voor het huis. Een paar weken geleden is de zolder, tengevolge van een stormbui, in elkaar gezakt. Het is een merkwaardig gezicht: een datsja met een plat dak.

Terwijl ik Galja gadesla en de kinderwagen heen en weer beweeg krijg ik het gevoel dat ik dat allemaal al eerder meegemaakt heb. Dan schiet het me te binnen, acht jaar geleden in de zomer was ik hier ook. Kolja was toen zes maanden, elke keer als hij wakker werd reed ik hem door onze Galandski (Hollandse) sector, zoals Andrej ons landgoed placht te noemen. Bijna elke ochtend werd hij om een uur of zes wakker. Ik kleedde me dan aan, at wat en dronk een kop koffie. Zon, regen of wind, we gingen er op uit. Al gauw vond ik de tuin veel te klein, liep de straat op en neer, vervolgens was de buurtwinkel het reisdoel. Van lieverlee werden de wandelingen langer, eerst naar de sluis, toen naar het strandje, later naar het bos. Vaak bleven we uren weg.

De onkruid afvalberg aan gene zijde van het hek groeit onverbiddelijk door en ik maak mijn rondjes door de tuin.