Nachtrust

Eindelijk droom ik 's nachts niet meer dat er in de datsja ingebroken wordt. Hoewel er geen heldendaden meer in het vooruitzicht zijn - slechts in een onderbroek gekleed zet ik de achtervolging in op de onverlaat, laat hem halverwege in de tuin struikelen en overmeester hem - betekent dit allerminst dat ik heerlijk ononderbroken van mijn nachtrust kan genieten.

Twee maanden geleden nog concludeerden Natasha en ik dat Vera ideaal was, na de laatste voeding, rond een uur of elf, sliep ze netjes door tot een uur of zes in de ochtend. Kolja werd indertijd steevast een keer of vijf wakker, de eerste twee jaar rustte ik uit op mijn werk. Daarna trad er pas enige verbetering in. Waar het aan ligt weet ik niet, maar tegenwoordig wordt Vera rond vieren wakker, in plaats van te huilen, begint ze aan een luid en uitgebreid monoloog: 'Beeeeh, ieeeeh, krgggg', waardoor ik evengoed gewekt word. Soms vraag ik me af hoe vaak ik mijn ouders gewekt heb, toen ik klein was.

Vaak heb ik met bewondering gade geslagen hoe geduldig Natasha's moeder met Kolja omging. Waarom gaan grootouders sowieso veel relaxter met hun kleinkinderen om, dan ouders met hun kinderen? Aanvankelijk dacht ik dat het kwam, omdat ouders het te druk met zichzelf en hun werk hadden, totdat ik op de radio hoorde: 'ouders van nu, prijs je kleinkinderen, zij zullen straks wraak voor je nemen'.