Kijk altijd om

De afgelopen zondagen reed ik met Andrej mee naar de stad. Andrej's datsja wordt verbouwd en iedere zondag komt hij, om te zien hoe het werk vordert. De verbouwing begon met een nieuwe veranda annex keuken, maar toen een paar weken geleden tijdens een hevige storm het dak instortte is het renovatie plan uitgebreid met een zolderverdieping. Meestal komt hij met Galja en zoon Vladic, er is dan plek in de auto genoeg om mij ook mee te nemen. Dit keer niet, want hij is met zijn oude Lada gekomen, zijn Kia station moet weer eens gerepareerd worden. Ook hebben ze nog eens vier honden bij zich.

Om kwart over zeven neem ik afscheid van Natasha en Kolja en kijk nog even naar Vera die in de kinderwagen ligt te dutten. Kolja vraagt me waarom ik niet blijf. Ik vertel hem dat ik liever zou blijven, maar ik dat morgen weer naar kantoor moet. Kolja is duidelijk teleurgesteld, ik ben er pas twee dagen en nu ga ik weer vijf dagen weg. Ik probeer hem een beetje op te monteren door te zeggen dat het zo weer vrijdag is.

Als we bij het tuinhek aangekomen zijn, besluit Kolja een stukje met me mee te lopen. Hij loopt met me mee tot aan het einde van de straat. Hij wil nog veel verder maar ik stuur hem terug. Hij springt in mijn armen en zoent me. Ga nou maar, anders wordt mama ongerust, fluister ik. Ik loop een paar passen verder en kijk om, hij heeft ook een paar stappen gedaan en zich omgedraaid. Dit spel herhaalt zich tot we elkaar niet meer kunnen zien.

Ik loop met mijn zwarte schooltas en een zware tas vol wasgoed over de zandpaadjes naar de geasfalteerde weg. Ik zie het station in de verte al liggen. Ik voel me een beetje leeg en verloren. Vrijdag ben ik er weer, zei ik tegen Kolja, maar vrijdag lijkt nu een eeuw van ons vandaan. Kijk altijd om, denk ik ineens.