Koukleumende, klagende ouders

De winter weet voorlopig van geen ophouden. Begin februari was het een weekje mild weer, de temperatuur schommelde rond het vriespunt en de sneeuw begon zo zachtjes aan te verdwijnen, tot het plots min zeventien werd.

Kolja is twee dagen thuisgebleven vanwege een verkoudheid, het lijkt wel of de wereld ingrijpend veranderd is in die periode. Het schoolgebouw zit op slot. De dames van de garderobe waren niet blij met de ouders die het schoolgebouw inliepen. Daar valt wel enigszins in te komen: de hal en de garderobe zijn te klein om aan alle ouders onderdak te bieden. Maar nu lijkt het wel een gevangenis. Aldus staan we ons drie kwartier te verbijten, omdat de juf zoals gebruikelijk de kinderen niet na de laatste bel laat vertrekken. Het is buitengewoon irritant als je voor je ogen de kinderen van de 1b, 3a en 3b (de tweede klassen hebben les in het hoofdgebouw) wel vijf minuten na de bel al naar buiten ziet huppelen. Sommige stoere ouders voeren het hoogste woord: dit kan zo niet langer, waardoor je zeker weet dat er niemand iets zal ondernemen.

's Avonds heeft Natasha een langdurig telefoongesprek met een andere ouder, er blijkt nog veel meer niet te kloppen op onze school, zo hebben al twee kinderen in hun broek geplast, omdat ze niet tijdens de les naar de wc mogen, worden er pauzes overgeslagen, waardoor de kinderen geen 45 maar 90 minuten aan een stuk les krijgen en vallen er soms harde woorden. Hier moet beslist iets aan gebeuren, ik verlaat de keuken, ik heb zo mijn vermoedens waar dit op uit gaat draaien.

Nadat Natasha het gesprek beëindigd heeft komt ze naar de slaapkamer, het leek haar een goed idee dat ik eens met de directeur ging babbelen, als buitenlander heb ik tenslotte veel meer kans om iets te bereiken. Daar was ik al bang voor, als je zelf geen hersens hebt kom je meestal in een uitvoerende functie terecht.

Een hele avond besteed ik aan mijn 'misstanden op school' lijstje. In het Engels uiteraard, dat heeft Natasha zo vertaald. Als ik klaar ben is ze al in slaap gevallen. De volgende ochtend bij het ontbijt kijkt ze vluchtig naar mijn dictaat en roept er af en toe een russische uitdrukking bij, die ik vlijtig opschrijf. Samen reizen we naar het metrostation, vanaf dat moment sta ik er alleen voor. De portier van het hoofdgebouw heeft me een keer eerder gezien, maar hij herkent me, de vader van Kolja Jans, nog. Ik leg hem uit dat ik even met de directrice wil spreken. De directrice heeft weliswaar geen spreekuur, maar hij zal haar even bellen. Na een minuut of tien mag ik samen met nog een andere vader naar boven. De man vraagt mij of hij voor mag, hij hoeft de directrice maar heel even te hebben. Na tien seconden staat hij weer buiten, dit belooft veel goeds. Tot mijn verbazing nemen de directrice en haar plaatsvervanger alle tijd voor mij.

Omstandig leg ik ze uit dat ik niet kom klagen maar hulp wil. Verder vertel ik dat ik uitermate tevreden over de school ben en dat de kinderen hier mijns inziens veel meer dan op Nederlandse scholen leren. Na drie maanden konden ze al lezen en schrijven, en dan niet alles aan elkaar, maar losse woorden, hoofdletters en leestekens. Aan de hand van mijn spiekbriefje zet ik de problemen met de toilet-, pauze- en wachtperikelen, de uitloop van lessen inclusief de overspannen reagerende conciërges uiteen. Met enig gevoel voor drama stel ik dat de garderobe toch het gezicht van de school is en dat je daar als ouder niet hoort uitgekafferd te worden, zeker niet als je net meer dan een half uur in de vrieskou hebt gestaan. De directrice antwoordt dat het heel erg goed is dat ik bij haar gekomen ben en dat ze het met de lerares op zal nemen, maar ze kan me nu al vertellen dat pauzes en eindtijden in het vervolg geëerbiedigd zullen worden en dat de kinderen ook tijdens de les naar het toilet mogen. Daarna spreken we geanimeerd verder over de verschillen in het onderwijs in Nederland en Rusland. Op mijn weg naar buiten trek ik de gehele kapstok om, in een poging mijn jas te bemachtigen, maar voor de rest ging het allemaal best aardig.