Vroeger, dat wil zeggen in de tijd van de Sovjet Unie, waren alle kinderen lid van de pioniers. De rode das of halsdoek was indertijd een vast onderdeel van het officiële schoolkostuum. In Rusland dragen de kinderen een schoolkostuum. De pioniersverengingen droegen de communistische idealen over op de jeugd, bijvoorbeeld door lezingen op school te houden. Ook was het gebruikelijk dat schoolkinderen één of twee keer per jaar de parken of de omgeving rond de school schoonmaakten.
Vroeger hadden grote fabrieken en sportverenigingen een eigen pionierskamp buiten de stad. De schoolvakantie duurt in Rusland maar liefst 3 maanden. De meeste kinderen wonen dan buiten de stad met ouders of grootouders in de datsja of onder begeleiding in een pionierskamp. Elke zomer zaten de lagers (even schrikken dit woord, maar hier betekent het gewoon vakantiekampen) propvol met kinderen uit de stad.
Ook nu nog sturen ouders, die geen datsja tot hun beschikking hebben, hun kinderen in de zomer naar de vakantiekampen. De hele achterliggende ideologie is natuurlijk allang verdwenen. In de stad bestaan er kleine scoutingsverenigingen, maar dat stelt in vergelijking met vroeger heel weinig voor. De zomerkampen zijn al met al het meest florerende overblijfsel van de pioniersgedachte.
In Viritsa (ons datsjadorp) bevinden zich een groot aantal vakantiekampen. Het zijn afgesloten terreinen, met houten slaapbarakken, een wasgelegenheid, een keuken, een voetbal-, volleybal- en basketbalveld, gymnastiektoestellen en een speeltuin. De kinderen gaan in de zomer vaak in de rivier zwemmen en verder hoor je op vrijdagavond de openlucht disco dreunen als je in de tuin van je datsja zit.