Het schoolplein

Hoewel, dankzij het ingrijpen van de directrice, de lessen voortaan op tijd afgelopen zijn, betekent dit niet dat we veel vroeger thuis zijn. Een groot deel van de kinderen stormt het gebouw uit, drukt de rugzak in de handen van de ouders of grootouders en verdwijnt naar de achterzijde van de school, waar de speelplaats is. Eigenlijk mag het de naam speelplaats niet hebben, het is een veldje van vijftig bij tien meter, aan drie kanten begrensd met een hek, met een paar bomen en wat zielige struiken. De bankjes zijn indertijd weggehaald vanwege de recreërende alcoholisten. De kinderen deert de povere inrichting van het pleintje allerminst, in de bomen en over het hek kunnen ze klimmen en van de sneeuwhopen maken ze forten.

Kolja moet gewoonlijk een half uur tot een uur buiten rennen, voordat ik hem mee naar huis kan nemen. Tegen die tijd ben ik al aardig bevroren geraakt. Hij is de ergste niet, er zijn kinderen die nog veel langer blijven plakken. Als hij in een slechte bui is, verwijt hij me dat ik al het leuke voor hem verziek, dat idee hield ik er vroeger ook over mijn ouders op na. Elke keer weer is het een probleem om hem over te halen. Mijn argumenten om naar huis te gaan zijn nou ook niet bepaald erg sterk: Je moet je huiswerk voor morgen maken (hier ben ik heel erg snel mee gestopt), het is tijd om te lunchen, je bent doornat, straks vat je nog kou.