Een zomer als schuifkaas

Eind mei luidde de weersvoorspelling: het wordt een lange droge zomer met hoge temperaturen. Begin juni was het koud, akelig koud zelfs, maar het vooruitzicht maakte alles goed, half juni barst de zomer los. Toen het weer half juni nauwelijks verbeterd was, bleek er voor als nog niets aan de hand: in juli zou alles anders worden. Het is inmiddels half juli. De afgelopen dagen heeft het aan één stuk door gegoten. Maar wie weet wordt het in augustus nog wat. Intussen heb ik drie keer gezwommen in mei, toen het enkele dagen vijfentwintig graden was, het laatste weekend van juni en het eerste van juli.

De meeste planten en gewassen vinden niet al te veel hinder van het natte weer. Dit jaar hebben we veel aardbeien, bramen en pruimen, ook groente en kruiden zoals Chinese kool, sla, lente-uien, pompoenen, courgettes, aardappelen, koriander, peterselie, selderij groeien naar behoren. De komkommer en tomaten lijken echter last te hebben van de regen en de kou. Er zijn in tegenstelling tot vorig jaar ook geen bosbessen, het heeft flink gevroren toen ze in bloei stonden.

Vorig jaar was het ook zo'n rare zomer. Tot diep in juni stookten we de kachel op en halverwege juli was het plotseling drie weken achtereen heet, zo rond de dertig graden. Daarna was het afgelopen, het kwik daalde naar een graad of twaalf, eigenlijk begon de herfst toen al.

Ik loop achter mijn computer vandaan en ijsbeer een paar rondjes over het immense balkon van het theater. De lucht is wit, met af en toe een grijze vlaag, een allesomvattende wolk waarachter de zomer zich verborgen houdt. Hoe lang nog?