Met een lichte vertraging

Het hele jaar hebben de treinen, althans waarmee ik van doen had, op tijd gereden. Dat is op zich al een unicum, dat was ik in Nederland al jaren niet meer gewend. Vrijdag ben ik extra vroeg op Koepchina beland. Het is kwart over vijf, als het een beetje meezit ben ik om kwart over zes in Viritsa. Na een kwartiertje komt de eerste trein voorrijden: helaas gaat deze niet verder dan Pavlosk, maar dat is niet zo erg houd ik mezelf voor, want dan is de volgende trein die volgens de dienstregeling naar Pasjolok gaat niet zo stampvol.

Enkele minuten later komt inderdaad de volgende trein op het station aan. Voor de zekerheid kijk ik op het bordje dat aan de zijkant van de trein ter hoogte van de locomotief hangt: weer Pavlosk. Hum, vreemd. Vrijwel direct hierop komt de volgende alweer. Ditmaal is het raak, Pasjolok lees ik de gauwigheid en stap in. Het is erg druk, naar goed Russisch gebruik wordt er flink geduwd, kijk vooral uit voor bejaarden, die zijn het ergst. Tot mijn blijdschap stappen er Poesjkin zoveel mensen uit dat ik een zitplaatsje kan bemachtigen. Tegen de verveling haal ik mijn lesboek te voorschijn, dan kan ik me vast op de les van komende dinsdag voorbereiden, jammer dat het licht niet aan is in de trein.

Na enige tijd stoppen we in Pavlosk, ik kijk even op van mijn werk en zie dat het lekker rustig om me heen wordt. Terwijl ik me verdiep in de verschillen tussen de Present Perfect en de Past Simple, bekruipt me een onbestemd gevoel: er zit  iets niet goed. Verontrust kijk ik op van mijn boek, de gehele coupe is verlaten. Door het raam zie ik dat het perron bomvol met mensen staat. Stond er eigenlijk wel Posjolok op trein vraag ik me af, misschien wilde ik dat wel heel erg graag lezen? Het lijkt me beter om even polshoogte te nemen. Net als ik het perron betreed slaan de deuren achter me dicht. Ik begrijp dat ik geluk gehad heb, want deze trein is onderweg naar een depot in god weet ik waar. Ik voel de koude wind op mijn kruin. Wel alle ..., in mijn haast ben ik mijn hoofddeksel vergeten. Ik zie het nog voor me, ik had hem links naast me neergelegd op het houten bankje.

De zon gaat in een rap tempo onder, de kou boort zich door mijn jas en het lijkt wel of mijn voeten bevriezen. De trein naar Petersburg komt voorbij, even later nog eentje. Ondertussen vervloek ik de Russische spoorwegen, die geen vertragingen doorgeven. Na een minuut of twintig begin ik echt moedeloos te worden: gestrand in een ijskoud Pavlosk zonder pet. Dan blijkt de geluidsinstallatie het te doen. Een hevig overstuurde stem kondigt met veel gepiep en gekraak aan dat de trein naar Posjolok of vier minuten wordt verwacht.

De trein zit uiteraard tjokvol, maar dat kan me niets schelen als het warm is. Ik graai wat tussen mijn boeken en vind op de bodem mijn geplette pet terug. Eventjes voel ik me heel gelukkig. Iets over zevenen loop ik, door het pikdonkere Viritsa. Slechts drie kwartier vertraging, eigenlijk viel het best mee bedenk ik terwijl ik de plassen probeer te ontwijken.