Wakker

Nog een week te gaan tot de jaarwisseling. De winter is weer geland, waardoor het voortbewegen met de benenwagen een stuk makkelijker gaat. Het Jelagin park ziet er bij zonsopkomst wonderschoon uit, aan de takken kleeft een dun vliesje sneeuw. Nog immer doet het groepje fitte bejaarden haar rek- en strekoefeningen op de brug, aangespoord door hun zingende trainer. De man heeft een prachtige stem, zijn klasje behoeft geen aansporing. De wakvisser heeft opnieuw zijn plek betrokken en met een kolossale kurkentrekker een gaatje in het ijs geboord. Ik heb nog nooit gezien dat hij beet had.

Kolja is bijna niet meer zijn bed in te praten, elke ochtend staat hij op met wallen onder zijn ogen, gelukkig is het vandaag zijn laatste schooldag van het jaar. De afgelopen nachten wordt Vera steevast rond een uur of één wakker en begint dan luidruchtig in bed te spelen. Maar wat kan je er aan doen, als je ziet dat ze het zo naar haar zin heeft?

Dat niet alleen wij vermoeid zijn, blijkt tijdens de laatste les, tot mijn verbazing dut Arthur in tijdens mijn enthousiaste uitleg van de 'Relative Clauses'. Zijn klasgenoten vinden het prachtig, ik knik ze toe, duidelijk makend dat ik het wel gezien heb, maar laat het daar verder bij. Als Arthur zijn ogen opent, stel ik hem vlug een vraag. Hij houdt het tot het einde toe vol om wakker te blijven. Ik ook, al verlang ik nog maar naar één plek: mijn bed.

Op de terugweg hoor ik in de Marsroutka het belangrijkste nieuws: Een passagier vertelt de chauffeur dat het vanaf 1 januari echt verboden is om op straat te drinken. Eindelijk begrijp ik waarom er nog steeds groepjes jongeren rondhangen bij de kioskjes in de metro en openlijk drank nuttigen. 'Hoe willen ze (de staat) dat dan tegengaan?', vraagt de chauffeur kritisch. 'Door zeer hoge boetes uit te delen', antwoordt de ander wat meewarig. Daarna zwijgen beide mannen en staren naar de nieuwjaarsverlichting op de Leninski Prospekt. Ik heb trek in een pilsje gekregen.