De wekker

Op donderdagochtend kruip ik met moeite uit bed als de wekkerradio zich meldt. Meer dan wat onverstaanbaar gewauwel en een hoop geruis braakt het apparaat niet uit, daar het tussen twee stations staat afgesteld.

Ik heb niets tegen vroeg opstaan, uitslapen is tenslotte toch maar tijdsverspilling, maar vandaag heb ik het gevoel of ik een fles wodka en enkele halve liters bier van twijfelachtige kwaliteit achter de kiezen heb. In het donker graai ik wat kleren bij elkaar. Na enige tijd tevergeefs naar de tweede sok te hebben gezocht draai ik me weer naar de wekker toe en zie dat het vier uur is. Een geintje van Kolja. Ik zet het alarm op zeven uur, strompel het bed weer in en slaap direct verder.

Drie uur later schrik ik opnieuw wakker. Wederom ben ik net zo plakkerig warm als enkele uren geleden. Buiten is het nog steeds donker. Het is waarschijnlijk bewolkt vandaag. Ik grabbel wat kledij bijeen en vervoeg me naar de keuken. Na een kopje thee en twee sneetjes wit brood met, door Natasha gemaakte, abrikozenjam voel ik me mans genoeg om de overige familieleden te wekken. Iedereen zit er een beetje slaperig bij. Wat een sombere dag, het wil ook maar niet licht worden.

Om tien over acht begeven we ons naar de gang om ons schoeisel en winterjassen aan te doen. Als iedereen klaar is grabbel ik naar de sleutel in mijn broekzak. Mijn hand stuit daarbij op mijn horloge, ik besluit het om te doen. Tien over zeven! Ik vermoed wat hier aan de hand is. Kolja heeft gisterenavond niet alleen het alarm bijgesteld, maar ook nog eens de wekker een uur vooruit gezet. Natasha en ik zijn niet bovenmatig geamuseerd. Na enig aandringen verklaart Kolja dat hij persé zo vroeg op school wilde zijn, omdat hij dan veel tijd heeft om te spelen voordat om negen uur de les aanvangt. Ik vertel hem dat het schoolgebouw pas om acht uur, dus over vijftig minuten, opengaat. 'Oh ja', glimlacht hij, 'dat was ik vergeten'.