Bramen

Na mijn tomaten echec van twee zomers terug heb ik mijn aandacht naar de bramen verlegd, de nazaten van de struiken die Natasha's oma eind vijftiger jaren in de voortuin heeft geplant. In de loop der jaren hebben ze een weg van tien meter, van het hek naar het huis, afgelegd. Twee jaar gelden heb ik een hekwerkje getimmerd, waar ze zich omheen kronkelen en ben ik ze gaan snoeien, sindsdien groeien ze beter en geven veel meer vruchten.

Mijn liefde voor de donkere broertjes van de frambozen stamt uit mijn kindertijd. Toen ik een jaar of vijf oud was ruilden mij ouders zomers van huis met een Duitse familie. Zij verbleven drie weken in onze rijtjes Eurowoning in Berkel en wij zaten in een villa in het bosrijke dorpje Hambach, ergens in het zuiden van Duitsland, waar de bramenstruiken langs de weg groeiden. Op de kaart heb ik het plaatsje helaas nooit teruggevonden en toen ik het onlangs aan een gepensioneerde Duitser vroeg, antwoordde hij dat hij niet alle plaatsen in zijn land kent.

Begin augustus kwam ik tot een verrassend inzicht. Tijdens mijn gebruikelijke ochtendrondje door tuin zag ik dat de middelste braam van een trosje voorzichtig roze begon te kleuren. Een tweede en een derde trosje vertoonden hetzelfde beeld: alles groen behalve de centrumbraam. Dit was me nooit eerder opgevallen, ook had ik er nooit iets over in mijn tuinboeken gelezen. Ik werd me er bewust van dat ik zojuist een aardige wetmatigheid had ontdekt. Ondanks mijn slaperigheid begon mijn geest direct op volle kracht te werken. De meest logische verklaring leek mij gelegen in het feit dat de eerst kleurende vrucht direct aan het einde van de tak zit, terwijl alle andere met een tussentakje met de tak verbonden zijn, waardoor ze het snelste en meeste voedsel ontvangt.

bramen