Gesnotter

Terwijl iedereen ziek is, probeer ik mezelf met wat pillen overeind te houden. Kolja geniet van het weekje vrij. Vera slaapt nauwelijks door haar verstopte neus en kan onze pogingen om het snot te verwijderen allerminst waarderen. Hoewel ze pas een paar woorden kent – ze zegt mama (overigens niet alleen tegen Natasha, maar soms ook tegen mij), ba tegen Bosja de kat, mpa tegen de lamp- kan ze zichzelf buitengewoon goed uitdrukken als iets haar niet zint.

Net toen ik vanochtend de deur uit wilde sluipen stond mij nog een aardig verrassing te wachten. Natasha had Kolja wakker gemaakt, hij moest Vera naar zijn kamer te brengen zodat Natasha lekker verder kon slapen, hetgeen er dus op uitdraaide dat Kolja mij Vera kwam aanbieden. Plots was ik al mijn haast vergeten, het is heerlijk om met haar door de kamer te wandelen. Na Vera verschoond een aangekleed te hebben en Kolja van een kop thee voorzien te hebben, drong het tot me door dat het echt tijd was om te vertrekken. Ongelukkig genoeg had ik een vroege afspraak gemaakt, aangezien ik Kolja toch niet school hoefde te brengen. Maar ook zonder het vroege oponthoud was ik te laat gekomen, omdat ik hopeloos verdwaalde. Het is niet moeilijk om de weg in een grote stad kwijt te raken.

Na het gesprek besloot ik een alternatieve route naar kantoor te nemen. Ik bevond me in Petrogradskaja en nam een halte naar Staraja Derevnaja aan de noordkant van de stad. Zover ik me de kaart kon herinneren moest ik van hieruit een brug naar Het Kameni eiland zien te vinden, daarna zou ik vanzelf bij het Theater terechtkomen. Dit bleek in de praktijk toch iets minder gemakkelijk te volbrengen. De oversteek had ik vrij snel gevonden, maar het eiland is toch iets groter dan ik verwacht had. Prachtige villa’s, onder meer het chalet van het Consulaat van Zwitserland, heb ik tijdens mijn tocht gezien. Na lang op mijn zigzaggende richtingsgevoel te hebben vertrouwd kwam ik bij Krestovski eiland uit, ergens had ik het theater rechts laten liggen. Na een uur wandelen geraakte ik dan eindelijk op kantoor. Inmiddels had ik een barstende koppijn en het zeer koud gekregen, halverwege was ik de tweede knoop van mijn jas kwijtgeraakt (er zijn er nog 3 over). De conciërge trakteerde me op een kop thee en een pijnstiller.