Een lang weekend Santa Viritsa

Donderdag

Ik heb vrijdag een snipperdag genomen, donderdag vertrek ik in de namiddag met een rugzak schone kleding. Bij de bushalte besluit ik niet met lijn 3 naar de metro en vervolgens naar Koepchina te reizen, maar op bus 11 te wachten. Op prospekt Kosmonautov stap ik uit en wandel in 10 minuutjes naar Prospekt Slavi. Dit wat verloren stationnetje, geen metro of busstation, ligt een halte eerder op het lijntje naar Viritsa. Het voordeel van deze reisvariant is dat er nooit een rij bij de kassa staat en dat je altijd kunt zitten. Zwart reizen, dat wil zeggen de conducteurs iets toestoppen, heeft sinds enkele weken nog nauwelijks zin, de boete voor zonder plaatsbewijs reizen bedraagt inmiddels 30 roebel, 5 minder dan een enkeltje Viritsa.

Prospekt Slavi is een beetje een vergeten plek, aan weerszijden liggen op een flinke afstand twee woonwijken, de weg zelf wordt ontsierd door wat bedrijfjes, het is meer een route voor het vrachtverkeer. Rondom het station staan wat kraampjes, kiosken en een gigantische fietsenwinkel, die vorig jaar is neergezet. Vroeger werden de fietsen vanuit een aftandse garagebox verkocht, het succes van de winkel heeft alles te maken met de ligging, er wordt in Rusland alleen in de zomer en buiten de stad gefietst. Enkele jaren terug hebben we er een Aist gekocht en die tijdens de reis naar Viritsa in elkaar geschroefd, zodat we van het station meteen naar huis konden fietsen. Aist is het meest verkocht Russische merk, al worden er wel steeds meer geïmporteerde mountain bikes, die eigenlijk veel geschikter zijn voor de onverharde kuilenpaden, verkocht.

Een groepje kletsnatte scholieren klautert twee minuten na mij over het perronhek, overvallen door een wolkbreuk. Vijf minuten later schijnt de zon weer. Ik moet twintig minuten wachten en vermaak me met 'Theatre' van Sommerset Maugham. Tegen de verwachting in is de trein al aardig vol, na enig speuren vind ik een zitplaats. Op Koepchina staat het perron propvol met wachtenden, die al duwend en trekkend een plaatsje proberen te bemachtigen, de meesten zullen moeten staan tot en met Pavlosk.

Bij Poeskin heeft de regenbui de trein ingehaald en het spel herhaalt zich tot en met Viritsa, al mag het daar geen bui meer heten, het motregent slechts. Na 3 weken absolute droogte en temperaturen van tussen de 25 en 30 graden voelt het koud en guur aan. Met mijn sandalen weet ik gemakkelijk de plassen te omzeilen. Onderweg stop ik bij de Universamtjik (het supermarktje) om een paar pakken sap en een brood te kopen. Als ik het pand verlaat kom ik toch nog in een heuse plensbui terecht. Groeten uit Petersburg.

Vrijdag

De regentonnen zijn vol, hetgeen betekent dat het de hele nacht stug is door blijven regenen. De ochtend belooft weinig goeds qua zwemvooruitzichten, een ononderbroken wolkendek dat varieert van grauwwit tot donkergrijs. Kolja en ik gaan op de fiets naar het centrum om de voorraden aan te vullen. We hebben geluk, het blijft droog. 's Middags maken we een kampvuurtje om de soja kip te roosteren. Vera probeert kiezels en dennenappels in het vuur te gooien, af en toe lukt het haar, ze draait zich dan naar ons toe en begint enthousiast in haar eigen taaltje te brabbelen. Zodra er gebarbecued wordt is Bosja in de buurt, normaal gesproken zie ik hem alleen 's ochtends vroeg als hij na een nacht stappen uitgehongerd thuiskomt. Vera probeert hem te aaien en grijpt hem bij zijn staart vast en gaat dan boven op hem zitten, na een poosje vlucht hij weg.

Na het eten loop ik naar tjotja Lucia die twee huizen verderop woont. Haar kleindochter Aljona (Lena) heeft over een paar weken een examen Enterprise 4. Lena is vijftien, is geboren en getogen in Estland, iedere zomer logeert ze drie maanden bij haar oma. Ze spreekt heel redelijk Engels, na een tijdje informeer ik welke taal ze beter spreekt, Russisch of Ests. Tot mijn verbazing vertelt ze me dat Engels haar tweede taal is, ze zit op een Russische school, Ests spreekt ze nauwelijks, als ze iets in de winkel moet kopen wijst ze het aan. Ik sta paf, het lijkt Vlaanderen en Wallonië wel.

Het stinkt ontzettend naar kattenpis in de woonkamer, geen van de drie katten peinst er ook maar over de behoefte op de kattenbak te doen. Ik denk terug aan de vermoeiende strijd die ik een maand lang met Bosja heb uitgevochten toen hij jong was.

Bij terugkomst tref ik niemand aan. Buurvrouw Galja roept dat Natasha aan de overkant bij Alla op bezoek is. Alla is een nieuwkomer in het straatje, twee jaar geleden heeft ze een fonkelnieuwe sporthuiscentrumachtige bungalow laten neerzetten. Terwijl Kolja het gazon met de tuinslang nat spuit, krijgen we een rondleiding in het moderne houten paleisje, een datsja kan je dit niet meer noemen. Op de begane grond bevindt zich een veranda, badkamer met douchecabine en zitkamer met open keuken, inbouw apparatuur, stromend water. In het midden van de vrij lege kamer ligt een mooi tapijt, staat een peperduur bankje, tv met dvd speler en een kooi met een grijze papagaai. Prefab ramen, centrale verwarming, een sierhaard, het is net of dat je in de stad bent. Op de bovenverdieping bevinden zich drie slaapkamers en nog een badkamer, ditmaal met een wasmachine. Ook hier zijn weer nauwelijks meubelen te vinden, alleen bedden en nachtkastjes. Nergens een kledingkast, een tafel of een bureau. Alla is bemiddeld, maar aan niets is te zien dat ze werk verricht. Ik word steeds nieuwsgieriger, na enige tijd vind ik een bevredigende verklaring, Alla schrijft bestsellers, detectives net als Marinina(*). Dat ik daar niet eerder aan heb gedacht, ik zie alleen nergens een papier of een computer.

Na afloop zegt Natasha tegen me dat ze ook een echt huis wil. Ik ook, al dat gesjouw moet emmers en hout is natuurlijk goed voor de lichaamsgesteldheid, maar ik heb niets tegen een beetje comfort. Als we ooit bemiddeld zijn laten we een bakstenen huis neerzetten met centrale verwarming en een ligbad beloof ik haar. 'Zullen we daar ooit rijk genoeg voor zijn?', vraagt Natasha. Ik heb geen idee, ik ben allang blij dat we het hoofd boven water kunnen houden, maar eindig optimistisch met: 'als je iets echt wilt dan gebeurt het, zo is het totnogtoe altijd gegaan.'

Zaterdag

Ik word om 8 uur wakker van het irritante toontje van mijn mobieltje. Haastig druk ik de sluimer uit, opdat Vera niet wakker wordt. Ik drink een kop koffie en slaapwandel naar de douche. Van het ijskoude water fris op ik. De zon schijnt, de zomer is teruggekeerd. Zoals een man op mijn leeftijd behoort te doen wandel ik vergenoegd door de tuin. Ik kijk naar de bramen- en frambozenstruiken, zie dat de eerste kersen rijp zijn en dat we dit jaar wel heel erg veel aardbeien hebben.

Om tien uur loop ik naar Tanja en Vanja die vier huizen verderop wonen. Tanja's vader begroet me zoals altijd in het Frans en noemt me djadja (oom) Reinier, omdat ik hem vroeger een keer als Djadja Vitja heb aangesproken. Tanja kijkt me verbaast aan: de hele zomer begint de les al om elf uur, Vanja ligt nog te slapen. Ik keer weder en begin de bramenstruiken te snoeien, na enige tijd hoor ik dat Kolja tegen het keukenruitje tikt, er is iets urgents.

Vera rent door de keuken met de afstandsbediening in haar handen en probeert onderwijl Bosja op haar bekende wijze te liefkozen. Bosja heeft het slecht naar zijn zin, hij is ingesloten. Kolja en Vera hebben honger, ik trek een pak 'Hercules' uit de kast en maak een papje. Tijdens het ontbijt begint het zachtjes te regenen, ook vandaag zal het geen strandweer worden. Vera heeft geen zin in kashja, elke keer duwt ze de lepel mijn richting uit. Na een tijdje vraag ik Kolja om haar te laten zien hoe goed hij eet. In hoog tempo lepelt hij van zijn al lang lege bord, het heeft effect: Vera doet alles na wat Kolja doet en begint te eten. Na het voedzame en succesvolle ontbijt verschonen we Vera en kleden haar aan. Natasha roept vanuit de slaapkamer of ik koffie kan zetten. Met een schuldgevoel ga ik op pad, ik ben inmiddels twintig minuten te laat voor mijn les.

's Avonds roosteren we, tussen twee buien door, sjasliek. Niet volgens Russisch recept met peper, zout en azijn, maar met soja en suiker. Kolja, die bijna geen vlees eet, vindt het heerlijk. Vera vindt het fikkie steken machtig, maar heeft alleen trek in een tomaat.

Nadat we getafeld hebben vertrek ik naar Tjotja Lucia. Ik tref Lena in het gezelschap van buurjongen George aan. George heeft overduidelijk een oogje op Lena, hij maakt zich uit de voeten als hij tjotja Lucia hoort aankomen, ze mag hem niet zo. Lena heeft haar huiswerk niet gedaan. Ze heeft zelf geen boeken en ik had de mijne 's ochtends teruggehaald, omdat ik mijn les wilde voorbereiden. 'Tsja, u kwam het niet terugbrengen', voegt ze me met een poeslief stemmetje toe. Dit meisje is mij iets te wereldwijs. Ik besluit er geen punt van te maken en haar gewoon dubbel huiswerk te geven. Na afloop komt tjotja Lucia mij uitleggen dat haar kleindochter een luilak is en dat ik haar flink de duimschroeven moet aandraaien. Ze kan het weten, ze is geschiedenis lerares op de plaatselijke school.

Tegen middernacht stuur ik Kolja naar bed. Hij vindt dat oneerlijk, omdat Vera (vanwege het licht) nog niet slaapt. Hij kijkt me aan of dat ik grootste klootzak in de wereld ben. Soms is het net of ik mezelf zie. Ik begrijp nu in elk geval wat het gezegde: 'ouders van nu eer uw kleinkinderen, zij zullen straks wraak voor uw nemen', inhoudt.

Zondag

Een wolkenloze blauwe hemel, vandaag is het baden geblazen. Heerlijk ongestoord ga ik in de tuin zitten en noteer onder het genot van een kop oploskoffie mijn belevenissen van de afgelopen dagen. Ditmaal ben ik op tijd voor de les, Vanja heeft er net als gisteren niet bijster veel zin in, maar manmoedig slaan we er ons doorheen. Kwart over elf keer ik huiswaarts, geen lessen meer, het weekend is nu echt begonnen. Iedereen zit aan het ontbijt als ik binnenkom. Sommige dagen zijn echt mooi. In mijn milde euforie verschoon ik het bed, berg de was op en begin de hevig stinkende gootsteenemmer met zand te schuren. Een nuttig maar tamelijk tijdrovend en vermoeiend werkje.

Pas tegen drieën begeven we ons naar het strandje, waar zich een nieuwe aflevering van neighbours voltrekt. We gaan naast het artsenpaar Igor en Anja zitten. Kolja speelt met hun zoontje Gleb in het zand. Even verderop liggen Katja's ouders, er daar weer naast Tanja met Vanja, kortom de halve straat ligt hier te zonnen. Tegen zessen valt Vera in slaap. We gaan naar huis om pannenkoeken te bakken. Na het eten plukken we aardbeien, waarvan Natasha jam maakt. Daarna gaan we douchen. Ik ben volkomen uitgeteld.

Maandagochtend

Ik sta om halfacht op. Ik kan deze keer niet met Andrej meerijden, omdat hij met zijn honden (inmiddels zes) naar de dierenarts gaat. We zien elkaar als ik over het tuinhek klim, de sleutel ligt binnen en ik heb geen zin om hem te halen. Hij schudt zijn hoofd en glimlacht.

Over de modderpaden loop ik naar de trein. Onderweg raak ik het gevoel maar niet kwijt dat ik iets mis in het straatbeeld. Als ik op het station aankom wordt het me ineens duidelijk: ik heb geen enkele bierdrinker gezien.

* Alexandra Marinina is de bedenkster van Kaminskaja, al jaren de bestverkopende detective in Rusland, een deel van de verhalen is verfilmd. Een stuk of 7 boeken zijn in het Nederlands vertaald.

Zomer 2005 Zomer 2005