Achterstallige zomervertellingen: voetbal

Het is 15 augustus; ik ben nu 4 jaar in Rusland. Vannacht droomde ik dat ik voor sollicitatie gesprek bij mijn oude werkgever in Rotterdam was. In de plaats van een kille kantoortuin was ik in een klassiek ingerichte kamer met dikke leren banken beland. De nieuwe chef (ik kon zijn gezicht niet zien en zijn stem kwam me ook niet bekend voor) zei op neutrale toon: 'kom maar terug als je wilt, mij kan het eigenlijk niets schelen'. In plaats ven beledigd te zijn besefte ik dat het mij eigenlijk ook helemaal geen bal uitmaakte. Ik werd wakker, staarde een tijdje naar de dennenboom in de tuin, bedacht dat ik op het nippertje aan de veilige, comfortabele nutteloosheid was ontsnapt, na deze geruststellende gedachte dutte ik weer in.

's Middags nodigt Sasja ons uit voor een potje voetballen. Sasja en Masja wonen aan de overkant van de straat. In financieel opzicht zijn ze de tegenpolen van hun buurvrouw Alla. Sasja verdient een karig loon als opzichter in de Hermitage en Masja past op hun 2 kleine kinderen. Met zijn vieren wonen ze in een komunalka (kamer in een huis; de douche, het toilet en de keuken deel je met de buren).

Voor hun datsja ligt een smal groenstrookje. Professioneel keur ik eerst het veld, raap wat takken op en ruim een hondendrol op, die exact in het midden van het door ons bedachte doel ligt. Ik heb in geen jaren gevoetbald en ben minstens 15 jaar ouder dan de rest, slechts de bescheiden afmetingen van het veld stemmen me een beetje optimistisch.

Sasja, Masja, een vriendin van Masja nemen het tegen Denis, Kolja en mij op. Kolja vindt grandioos, al begrijpt hij niet veel van de regels. Tot grote hilariteit haalt hij Sasja, nota bene de langste speler, per ongeluk, maar niettemin op brute wijze neer. Na enige tijd kan ik het tempo niet meer volgen, laat me vooruitzakken en word aanspeelpunt en balletjeswachter in de spits. Onversaagd vallen we aan, maar iedere keer als we bal kwijtraken worden we uitgecounterd, met een fikse achterstand gaan we de rust in.

Na de rust komt Natasha ons doel verdedigen, verder worden er twee jongetjes van een jaar of 14 aan Sasja's team toegevoegd. Ons team begint beter te draaien. Ik vergeet mijn vermoeidheid, leg balletjes terug op Denis en Kolja, maak slidings en scoor. Even waan ik me in 1980-1981 toen ik als spits van BVCB B2 over het veld zwierf. Doornat van het zweet, geniet ik alvast van de complimenten die ik na afloop van Kolja zal krijgen. Ondertussen Vera duwt haar kinderwagen over het veld, als ze merkt dat we helemaal in het spel opgaan ziet ze haar kans schoon en springt in een flinke modderplas. Gillend van de pret draait ze zich er een paar keer in om. Het is een goed moment om af te fluiten.

Op weg naar huis vertelt Kolja me hoezeer hij onder de indruk geraakt is van het fantastische spel van Denis, die bovendien in een fonkelnieuwe Lada 110 rijdt.