De laatste werkdag van 2005

Gisterenmiddag vond er een eindejaarsfeestje - met alleen grappige speeches en zonder toespraken over de dagingen die ons volgend ongetwijfeld staan te wachten - plaats op het hoofdkantoor op Kameni-ostrovski. De tafel was rijkelijk gevuld met champagne, cognac, vodka, pannenkoeken met kaviaar en zalm, ingemaakte paddestoelen, diverse salades, ossentong, salami, kaas, kalkoen en nog allerlei gerechten die ik niet ken. Zoals gebruikelijk was er veel te veel ingekocht zodat de helft van het voedsel na afloop onaangeroerd bleef. De grootste angst van de Rus is dat het bezoek hongerig het pand verlaat. Ik heb ongeveer alles geprobeerd, omdat een zeer voorkomende Sasja zich over mij ontfermde en ervoor zorgde dat mijn plastic bordje bedolven bleef met lekkernijen. Iets over zessen besloot ik nogal stiekem het pand te verlaten, jammer van de cognac die Gena zojuist voor me ingeschonken had, maar op dat moment was ik nog net nuchter genoeg om de weg naar huis terug te vinden.

's Avonds kijken we naar deel 9 van Master en Margarita, de verfilming van Boelgakov's wereldberoemde roman. Het is werkelijk uniek, iedereen die ik ken kijkt naar de serie, zoiets heb ik in geen jaren meegemaakt. Halverwege val ik in slaap, als ik wakker word vertelt Natasha me dat ik de sleutelscène gemist heb.

De volgende ochtend slaap ik uit, om halfelf bereik ik de 5e etage van ons gebouw. Het hekje is nog op slot, zelfs in het kledingatelier is geen enkele activiteit waar te nemen. De laatste werkdag (ook nog eens een vrijdag) is niet serieus te nemen, de meesten zijn sowieso na gisteren niet in staat om op kantoor te verschijnen. Eigenlijk is het de hele week al een beetje feest, de metro is elke avond in de spits vergeven van aangeschoten kantoorpersoneel.

Als ik mijn laptop aangezet heb vraag ik me af wat ik hier vandaag eigenlijk kom doen, ik heb geen enkel plan. Vroeger had ik dat verontrustende gevoel ongeveer elke dag, er dus zit vooruitgang in. Misschien moet ik maar wat gelukkig nieuwjaar emails verzenden. Volgens een mij onbekende ongeschreven wet komen de collega's pas tegen twaalven opdagen. Het zijn de kleine details die ik nog niet ken, maar voor het overige heb ik me aardig aangepast.