Veertien vrije dagen - 4. Vrij

Natasha reist morgen samen met Kolja naar de stad om de bouwvakkers aan te sturen, vrij vertaald de huid vol te schelden, omdat ze al twee maanden geleden klaar hadden moeten zijn met het werk. De eerste weken ging het goed, in hoog tempo werd ons huis opgeknapt, daarna kwam het klad er geleidelijk in. Elke keer maakte in dezelfde afspraak met Oleg, na het weekeinde is boel af. Iedere keer als ik maandagavond thuiskwam bleek er maar weinig vooruitgang geboekt in vergelijking met de donderdag ervoor. Op een gegeven moment werd er ook op doordeweekse dagen niet gewerkt. Pas toen we dreigden niet verder te betalen kwam er een beetje schot in, althans het resteerde werk werd zo snel mogelijk afgeraffeld.

Morgen is het opleveringsdag, daar komt vast ruzie van, ik ben dan ook helemaal rouwig dat ik deze bijeenkomst vanwege nadere verplichtingen moet overslaan. Bovendien hebben de werknemers van Oleg een ontzettende bende in het huis gemaakt, het zal uren dan wel dagen duren voordat alles schoongeboend is. Ik maak me slechts zenuwachtig over hoe Vera zal reageren als ze wakker wordt en in de gaten krijgt dat mama er niet is. Wat en wanneer moet ze eten, hoe houd ik haar bezig, hoe zorg ik ervoor dat ze Natasha niet al te zeer mist? Meestal valt het wel mee, ze zingt zichzelf in slaap en als ze wil eten kan ze me dat ook wel duidelijk maken. Verder houd ze van eindeloze wandelingen in de kinderwagen of op mijn schouders. Bijna ongemerkt is ze deze zomer volle zinnen gaan spreken. Iedere keer als ik vrijdagavond gearriveerd was, viel het me op dat ze meer zeggen kon zeggen dan de vorige keer.

Hier in de datsja ben ik vrij, onzichtbaar en ik draag net zoveel verantwoordelijkheid over het verloop van de renovatie als Vera, bedenk ik. In een opperste staat van geluk stoot ik keihard mijn kop tegen de horizontale balk boven de toiletdeur, die toch al zo'n twintig jaar op dezelfde hoogte hangt. Ik ben weer terug in de benauwde werkelijkheid.