Aftellen



Kolja en ik zijn begonnen met aftellen. Elke ochtend vraag ik hem wat de datum is en we berekenen dan hoe lang het nog duurt voordat we naar Nederland vertrekken. Vandaag is het de 24e, het duurt nog precies een maand voordat we gaan. Na vijfeneenhalf jaar hebben we er allebei veel zin. De tickets zijn betaald, het onderdakvraagstuk is opgelost en Vera is in Natasha's paspoort bijgeschreven, mijn grootste zorg is nu om wat leuke excursies voor Kolja te vinden. Inmiddels ben ik erachter gekomen dat slot Loevestein, Blijdorp en Tropicana tijdens onze vakantie geopend zijn, alleen het Dolfinarium is gesloten.

Kolja is in een ander probleem verwikkeld geraakt. Dat de kerstman 25 december hem niet zal overslaan staat vast, maar de vraag of Djed Moroz (opa vorst, de vorstman) hem niet vergeet tijdens zijn verblijf in Holland houdt hem bezig. Hij heeft zo te zien een rotsvast vertrouwen in het bestaan van (meerdere) heiligmannen. Waar hij eigenlijk achter probeert te komen is of er op 1 januari ook presentjes onder de boom staan. Mijn opmerking dat we de kerst op zijn Hollands vieren als we in Nederland zijn valt bepaald niet in goede aarde. Om hem een beetje op te vrolijken vertel ik hem het verhaal over de ontsnapping per boekenkist van Hugo de Groot uit slot Loevestein. Het kasteel moeten we beslist bezoeken vindt Kolja.

Gisterenmiddag heb ik een seminar, georganiseerd door de Kamer van Koophandel van De Leningrad Oblast (provincie)  voor Nederlandse zakenlieden in Rusland, bijgewoond. Gemiddeld één keer per jaar vertoon ik me op zo'n samenscholing. De eerste voordracht handelt over het verkrijgen van een werkvergunning in Petersburg. Ik maak wat aantekeningen om mijn aandacht er een beetje bij te houden. Dat valt niet mee, want Russische vertellers zijn absoluut niet leuk als ze uit hoofde van hun functie spreken. Geleidelijk aan voel ik de lamlendigheid die ik bij de gemeentelijke vergaderingen ook altijd ervaarde over me heen dalen. In een staat van bewustzijnsvernauwing kijk ik om me heen: allemaal mensen - ze kunnen het zelf ook niet helpen - die voorspoed en succes uitstralen. Mijn vader zei altijd: 'die kleine heeft nooit ergens voor gedeugd', ik denk dat hij gelijk had.

Na afloop spreek ik een dame van de Immigratiedienst aan die als gastspreker optrad. Mijn vraag over verblijfsvergunningen kan ze niet beantwoorden, ze houdt zich uitsluitend met werkvergunningen bezig. Teleurgesteld giet ik een glas jus d'orange naar binnen en druip af.

Toch was het een leerzame dag, ik weet nu wat het woord 'expat' betekent, het is iemand  die zich blijvend in een ander land heeft gevestigd. Een landverlater dus.