Aanhoudende kerst

Het vriest nog lichtjes maar de sneeuw verdampt onder het zonlicht. De voetpaden staan blank. De dagen worden langer en warmer. Voor zevenen is het licht en om halfacht gaat de zon pas onder. Het is verwonderlijk hoe snel het verandert, begin januari trad rond vieren de schemering in. Toch moet ik wennen aan het idee dat het straks lente is, het gevoel dat de winter nooit ophoudt is nog niet uit mijn hoofd verdwenen. Over een maandje zal de laatste sneeuw gesmolten zijn.

Het is lastig weer om je te kleden, 's ochtends is het min tien, maar in de middag loopt de temperatuur op tot een graad of acht. Het is kiezen tussen aanvankelijk koukleumen op straat of later stikken in de metro. Na een paar keer suf geworden te zijn van de ondragelijke hitte in de wagons ben ik overgegaan op lichtere kleding.

De mussen zijn weer terug en de voetbalcompetitie is ook weer begonnen. Gisteren zag ik hoe Zenit in het modderballet tegen Marseille overeind bleef. Hier en daar was er een al grassprietje op het veld te zien.

In de straat is de bouw van de supermarkt eindelijk begonnen, achter de blauwe, blikken wand verschijnen de contouren van een gebouw. De gehele winter hebben er mensen in kampers op het terrein gezeten, maar er leek nooit iets noemenswaardig op het plot te gebeuren. Inmiddels haken de kioskjes af, er zijn er nog maar drie over. Zelfs de bushaltewinkel, vermaard om zijn scherpe bierprijzen is gisteren weggehaald, alleen een rechthoekig litteken in de modder en de haltepaal resten. Waar moet je nu 's avonds laat een biertje halen, vraag ik me af.