Uitburgeren



Nog een week te gaan. Ik kan me niet herinneren dat ik eerder zo naar een vakantie heb toegeleefd, maar dat kan ook zijn omdat het zo lang geleden is.

Op 15 augustus 2001 landde het vliegtuig op Pulkovo II. Ik had een rugzak, een reistas, een envelop met een stapeltje dollars en een visum voor drie maanden bij me. Ik ging er van uit dat ik regelmatig, toch op zijn minst één keer per jaar, op en neer zou reizen. Ook speelde in mijn achterhoofd het idee dat ik altijd terug zou kunnen als ik hier niet kon aarden. Dat stond gelijk aan falen, maar zo dramatisch was dat nu ook weer niet, het belangrijkste was dat ik het probeerde. Het liep allemaal volstrekt anders, de 'terugwegdeur' zat goed vergrendeld.

Voorheen kon een verblijf in het buitenland me nooit lang genoeg duren, er veranderde toch nooit iets wezenlijks. Na een paar maanden vrijwillige ballingschap bleek het onbekende niet alleen avontuurlijk en bevrijdend te zijn. Ontredderd liep ik door een oneindig doolhof van schimmige straten bevolkt door vreemde personen, die allemaal, mij uitgezonderd, iets met elkaar gemeen hadden.

People are strange when you're a stranger,
faces seem ugly when you're alone.
Women seem wicked when you're unwanted,
streets are uneven when you're down.
(Stranger - Doors)

Om aan deze beknelling te ontsnappen zocht ik een uitweg via een tijd die allang had opgehouden te bestaan. Herinnering is de enige kameraad die je altijd gezelschap houdt. Pas na deze innerlijke tocht werd het gemakkelijker om mee te doen aan het alledaagse. Ik was uitgeburgerd*.

*Een jaar geleden liet Piet (we zaten samen op het VWO en de universiteit) dit woord vallen, hij bedoelde ermee dat je afstand neemt van je oude leven alvorens je aan het nieuwe begint. Of het werkelijk een bestaande term is weet ik niet.