Verhuizen

Vrijdag 7 april is het een belangrijke dag, we gaan vandaag verhuizen. De meeste spullen zijn al ingepakt, mijn papieren gaan in een plastic zak, Oleg heeft me de afgelopen tijd al een paar keer ongelovig gevraagd of ik echt alles heb ingepakt. 's Ochtends vroeg schroef ik de rekken uit elkaar, me afvragend waar die nu nog voor nodig zijn. Tot voor kort werden ze gebruikt om de bouwdozen van Isaak's Cathedraal te herbergen, maar de modellen zijn inmiddels ergens anders ondergebracht.

Als ik gereed ben, loop ik een paar keer met afval naar de stortplaats. De kapotte fax, de radio worden waar ik bij sta uit de container gevist. Als ik de tweede keer kom met een stapel incomplete bouwpakketten staat een gepensioneerde op me te wachten. 'Geef maar aan mij', zegt hij, 'ik haal er eerst wel uit wat ik wil hebben en deponeer dan de rest in de vuilcontainer'.

Om twaalf uur rijdt de verhuiswagen voor, een oude grijze Gazelle met een blauw tentzeil over de laadruimte. Oleg is inmiddels bezig de goederenlift leeg te halen. Helaas is een van de plastic zakken met boeken en kranten gescheurd. We graaien het leesvoer bij elkaar en mikken het in een doos. De chauffeur staat rustig met zijn handen over elkaar en geeft ons af en toe een aanwijzing. Het doek van de vrachtwagen lekt en de vloer van de laadbak ligt vol blubber. Een verhuizing in stijl.

Na een ritje van een krap half uur bereiken we onze nieuwe werkplek. Alles zit inmiddels onder de modder. Met beduidend minder overgave dragen Oleg en ik de smerig geworden spullen door de regen naar de tweede verdieping.

's Avonds vertel ik Kolja trots dat ik voor het eerst in een Gazelle heb gezeten. 'Voor het eerst', antwoordt hij,  'we zitten elke dag in de Marsroutka'. 'Ja maar dat is een microbusje, ik bedoel een vrachtauto', werp ik tegen.