Verhuizen op zondag

Zondagochtend om twaalf uur gaat de bel, een paar stevige mannen staan gereed om onze inboedel hemelsbreed 100 meter verderop te brengen. De vrachtwagen staat geparkeerd bij de achteruitgang, die door de attente conciërge is geopend.

De afgelopen dagen werden gekenmerkt door inpak stress. Mijn pogingen om onze spullen een beetje ordentelijk in te pakken zijn smadelijk mislukt. Door een tekort aan dozen zijn we naderhand overgegaan op vuilniszakken, een deel van de spullen is zelfs nog niet ingepakt. Terwijl ik koortsachtig 'glas' stickers plak, hoor ik een doos met breekbare ingrediënten vallen. Ik besluit iets nuttigs te doen en breng de kat naar de overburen.

Aanvankelijk verloopt het vlotjes, eerst brengen we de kleinere zaken naar beneden, het meubilair laten we aan de voortvarende, edoch niet zo voorzichtige verhuizers over, de staande lamp wordt hun tweede slachtoffer. Spoedig is de wagen vol en opgelucht blijf ik met Vera achter. Verheugd bedenk ik dat Natasha het gebeuren aan de andere zijde coördineert. Vera speelt inmiddels in bad, zodat ik in alle rust de gordijnrailzen los kan schroeven. Daarna ontkoppel ik de computer, de stereo installatie en ruim allerlei speelgoed en losliggende snoeren op. Na een uurtje krijg ik het eerste bericht vanuit ons nieuwe appartement: de lift, inclusief personeel is tussen 2 etages blijven hangen. Een half uur later gaat bel, de verhuizers zijn ontzet.

De boeken- en hangkasten worden in een moordend tempo, waarbij tevens het bureau van Kolja sneuvelt, van de trap gesjouwd. Het ruimt wel lekker op, zo'n verhuizing... Na twintig minuten rennen en draven blijf ik wederom met Vera achter, het enige meubelstuk dat overgebleven is, is de piano. De doos met eten en drinken heb ik per vergissing ook meegegeven. Tegen zessen is de piano aan de beurt, ik ben benieuwd of ze met zijn vieren in staat zijn om dit gevaarte naar buiten te krijgen. Twee kerels sjorren een paar riemen om de piano heen en gespen zichzelf vast en lopen er zo mee naar buiten. De andere twee kijken toe. Onvoorstelbaar.

Ik sluit het huis af en loop met Vera en een volgepropte kinderwagen naar onze nieuwe verblijfplaats. De chaos die ik daar aantref overtreft mijn toch al niet hooggespannen verwachtingen. In de grote slaapkamer staan de spullen nagenoeg tot aan het plafond opgestapeld en ook de slaapkamers van Kolja en Vera zijn overdadig gevuld. Het keukenmeubilair staat in de gang, de keuken is immers gevuld met bouwmateriaal. Enkel het toilet is vrij, maar daar zit weer geen deur in. Ondertussen werkt het renovatieteam gewoon verder, dat moet ook wel, want behalve de kinderslaapkamers is er nog vrijwel niets af.

De volgende dag slaag ik er, met assistentie van Kolja, in, de inhoud van een vijftiental dozen en even zoveel vuilniszakken in de kasten in zijn kamer onder te brengen. Onderwijl ontfermt Natasha zich over de nieuwe telefoon, die wel hevig en langdurig rinkelt maar vooralsnog niet gebruikt kan worden om iemand op te bellen. We eten een diepvries pizza uit onze splinternieuwe oven, die voorlopig exact in het midden van de keuken tussen de dozen met tegels en vloerplinten staat opgesteld. Na een hele dag ploeteren lijkt het wel of dat we niets opgeschoten zijn. Gelukkig staat ons de volgende ochtend nog een tweede, hetzij veel kleinere verhuizing naar de datsja te wachten. Pas over tien dagen zal ik de vorderingen van het renovatieteam aanschouwen.