Bosbessen plukken



Een volkswijsheid zegt dat de natuur in het Noorden het ene jaar pitvruchten zoals appels en pruimen geeft en het volgende jaar, als de fruitbomen rusten, gul is met paddestoelen. Het klonk me een beetje raar in de oren, maar toen ik er op ging letten bleek het echt zo te zijn. Of deze afwisseling met het klimaat te maken heeft is moeilijk te zeggen. De winter en het voorjaar waren zeer mild, de temperatuur lag hoger dan het gemiddelde en in de lente stonden de bomen volop in bloei. Naar het schijnt ideale groeiomstandigheden maar, op een enkele zielige pruim na, hangt er geen enkele vrucht in de bomen.

De meeste Russen treuren er niet over, gelijk echte prehistorische verzamelaars trekken ze in alle vroegte naar hun favoriete en uiteraard geheime plek in het woud. Ze worden helemaal lyrisch als ze op een edele paddestoel (een witte steel met een bruine hoed) stuiten. Ik houd helemaal niet van paddestoelen zoeken, omdat ik immer uitsluitend giftige of door de wormen opgevreten exemplaren tegenkom. Toch zit er een prettige kant aan de kaboutertijd, want als er begin juli veel paddestoelen groeien betekent dat dat er ook een heleboel bosbessen zijn.

Zaterdagmiddag gaan Kolja, Vera en ik naar een open plek bij de elektriciteitsmast aan de rand van het bos. Hier bevinden zich de eerste rijpe bosbessen van dit seizoen. Ik heb een leeg mayonaise emmertje bij me en Kolja heeft een voormalige augurkenpot tot zijn beschikking. Het is de eerste keer dat Kolja vrijwillig meegaat plukken, hij speurt, gelijk Natasha, liever naar paddestoelen. Al gauw wordt me duidelijk waarom hij zo enthousiast is, hij heeft besloten er een wedstrijd van te maken. Mijn plastic emmertje mag dan wel een stuk groter dan zijn pot, maar dat voordeel wordt teniet gedaan aangezien ik door Vera word bijgestaan, redeneert hij. Wijselijk houd ik mijn mond. Dankzij het zelf ingebrachte competitie element is Kolja inderdaad erg fanatiek, in tegenstelling tot vroeger heeft hij geen last van de warmte, de hoge vochtigheidsgraad, de muggen of zijn knieën of rug. Iedere keer als ik een rijke struik heb gevonden verlaat hij zijn plaats en kaapt de bessen voor mijn neus weg.

Vera loopt aanvankelijk tussen Kolja en mij heen en weer, gooit af en toe een bes in het emmertje. Na een tijdje krijgt ze er genoeg van en maakt ons duidelijk dat ze naar huis wil. We zijn echter nog lang niet gereed, we vorderen vrij langzaam omdat de meeste bessen nog niet rijp zijn. Kolja weet een betere locatie, een stukje verder in het bos, te liggen. Ik neem Vera een tijdje op de schouders en we lopen er naar toe. We plukken er een uurtje, onderwijl werkt Vera handenvol bessen naar binnen, dan hebben we voldoende vergaard en gaan naar huis. ‘s Avonds eten we vanille ijs met bosbessen. Natasha maakt op mijn verzoek bosbessenjam, die nog beter dan onze eigen tuin aardbeienconfiture smaakt.