Toerist in eigen land (3 1/2)



Koudum - Zwijndrecht per trein

Na drie dagen in het noorden doorgebracht te hebben, vertrekken we naar het westen. Daar er een zitplaats te weinig in de auto is bied ik aan om per ov te reizen. Iedereen is akkoord, totdat mijn vader, die helemaal niet van plan was om mee te gaan naar Zuid-Holland, opmerkt dat we dan mooi samen kunnen reizen. Ik was nogal verbaasd, want de laatste keer dat we samen in een trein hebben gezeten was toen ik tien was. We reisden met de autoslaaptrein van ‘s Hertogenbosch naar Avignon. Rond middernacht werd ik bij de grens van Luxemburg en Frankrijk wakker, het treinstel was tot stilstand gekomen, het was spannend en mysterieus tegelijk, er werd een wagon aan of afgekoppeld,

Vanuit Koudum naar Zwijndrecht duurt zo’n viereneenhalf uur. We moeten twee keer overstappen: in Leeuwarden en in Rotterdam. Het eerste deel van de reis is het absolute hoogtepunt. Station Koudum lijkt meer op een fietsenstalling met een spoor, een perron, een wachthuisje en een betaalautomaat en wat het helemaal geweldig maakt is dat het een flink eind buiten het dorp ligt. Desolaat tussen twee boerderijen alsof het dorp in allerijl is afgebroken en een stukje verderop is neergezet. Als de trein komt voorrijden zien we een sprintende fietser, dat haalt ie nooit denk ik. Als we eenmaal zitten zie ik dat hij zijn fiets op slot doet, terwijl het fluitje gaat stormt hij met tas en al naar binnen, dat heeft hij vast vaker gedaan.

Na enige tijd kondigt de machinist een optreden aan van een folkmuzikant, live muziek via de intercom, een alleraardigste verrassing. De verzakeling heeft kennelijk niet toegeslagen, de trein rijdt ook keurig op tijd. Wellicht is heel Friesland door de tijd wel overgeslagen, het is er uiterst aangenaam. Na een half uur arriveren we in Leeuwarden, een goede plek om de overstaptijd te overbruggen. We hebben besloten om 50 minuten op de rechtstreekse trein naar Rotterdam te wachten, eerder weg kan weliswaar, maar dan dienen we nog een keer van trein te wisselen. We begeven ons in de richting van de stationsrestauratie. Dit is het ware leven: een broodje kroket en een kop koffie op een druilerige dag in de hoofdstad van Friesland. De ober die op een vriendelijke manier je en jij zegt en tegelijkertijd laat merken dat het hem ook allemaal geen bal interesseert. Dit soort nuances voel je alleen in je alleen land.

Zoals het hoort tijdens een lange verplaatsing over het spoor, praten, kletsen en babbelen we over belangwekkende zaken, koetjes en kalfjes en halen we vooral veel herinneringen op. Afgezien van Schiphol heb ik geen gestresste mensen gezien bedenk ik plots, maar dat komt wel zodra we in de buurt van het westen komen. Vanaf Zwolle begint de trein inderdaad wat voller te raken en vanaf Utrecht moeten er mensen staan. Op Rotterdam CS wacht de volgende verrassing: warme saucijzenbroodjes, hoe is het tot mogelijk dat hamburgers populair zijn?

In Zwijndrecht nemen we een taxi. Pa kruipt achterin, ik volg, ik vertik om amicaal naast de bestuurder te gaan zitten. De chauffeur pakt het stratenboek erbij, ze rijdt niet zo vaak naar de Jan van Galenstraat. Aanwijzingen blieft ze niet. Vanaf het station komen we drie mini rotondes tegen, Friesland lag er ook al vol mee. We rijden een straat met vertrouwde rijtjeshuizen binnen, hier bevindt zich ons tweede logeeradres en ook hier ben ik nooit eerder geweest.

station Koudum