Toerist in eigen land (7.6)



Zoek de verschillen

Als je lang aan een stuk in het buitenland gewoond hebt wen je aan de situatie, of liever gezegd: je vergeet gewoon hoe het in Nederland was. Na de korte vakantieperiode zie ik de verschillen ineens weer heel erg scherp, een kwartiertje wandelen op straat en een ritje in het openbaar vervoer zijn voldoende.

De buurvrouw loop ik bij de lift tegen het lijf, ze heeft wederom honderden lege bierflesjes verzameld, in Nederland zou zo’n actieve gepensioneerde op een fiets toertochtjes door het polderlandschap maken. Overigens klaagt ze nooit over haar lot, ze is altijd vrolijk als ik haar zie.

Voor de supermarkt hangen de gebroken zuipers (no future, niet als punkspeeltje maar echt). Het nabij gelegen speelplaatsje doet dienst als openlucht kroeg en de bosjes eromheen liggen bezaaid met afval en gebroken flessen. Soms lijkt het of de helft van de mensen de openbare ruimte als vuilnisbelt gebruikt.

Bij de eerste oversteekplaats is het ook weer even wennen, de automobilisten rijden hier gewoon door. Ik vraag me af hoe slecht ter been zijnde oudjes aan de overkant geraken.

In de metro is het druk en benauwd, het valt me op hoe somber, op de jeugd na, de mensen gekleed gaan. Na de fleurige ski jacks in Holland, overheersen de schutkleuren grijs, bruin en zwart. Tijdens het ritje krijg ik het gevoel dat het leven na je 35e ophoudt.

Deze opsomming betreft slechts de buitenkant, natuurlijk is er meer voor wie er oog voor heeft, trouwens wat maakt het uit, ik leef nu hier.

Twee weken geleden stonden Natasha en ik in de tuin van mijn broers huis. We hadden het erover dat je je in Nederland wel rijk moet voelen, ook al bezit je vrijwel niets. Alles is mooi vormgegeven, er ligt bijna geen troep buiten. In ieder dorp staan kabouterwoningen met puntdakjes en vrolijk ingerichte voortuintjes, de gordijnen zijn opzijgeschoven zodat je in de knusse huiskamers kunt koekeloeren. Alles straalt succes, rijkdom en netheid uit, het is geen wonder dat mensen hier graag naar toe komen. Wellicht als we met pensioen zijn gaan we hier wonen, merkt Natasha op, dat lijkt me een veilige gedachte.