Uit de tunnel



November en december zijn de minst opwekkende maanden, ‘s Ochtendsvroeg in het donker weg, het wordt niet eerder dan halftien licht en rond halfvier begint het al te schemeren, het is of het leven zich in een benauwde tunnel afspeelt. Overdags is de lucht meestal ondoorgrondelijk grijsgekleurd als een moegestreden gelaat. Kortom het is niet de tijd om over de zin van het bestaan na te denken.

Na de jaarwisseling wordt het allemaal een stuk beter. Het mag de afgelopen weken dan wel een stuk kouder zijn geweest, de lente komt er ontegenzeggelijk aan. Als we ‘s ochtends van huis gaan schijnt er in het oosten een scherp, zelfs een beetje verblindend licht, terwijl het westen nog in de duisternis is gehuld, het zijn dagen met hun eigen charme.

Onderweg spreken we over de renovatie van de gang en het trappenhuis. In korte tijd zijn de plafonds gewit, de muren gelatekst en is er nieuw vinyl gelegd. Het heeft er nog nooit zo netjes uitgezien, alleen de liften zien er niet uit. Ook hebben we het ook vaak over Nederland. Kolja wil er, indien we er niet gaan wonen, elke zomer naar toe. Hij heeft het al helemaal uitgedacht, Vera, Natasha en hij logeren tijdens de drie vakantiemaanden bij mijn broer in Zwijndrecht. Ik blijf werken in Petersburg en stuur elke maand een bedragje op. Ik onderbreek hem, omdat mijn aandacht door een kleine kolonie zwarte kraaien wordt getrokken, een opvallende verschijning daar je hier voornamelijk bonte kraaien ziet. Kolja verbetert me, het zijn jonkies die nog geen grijze veren hebben. Ik denk dat hij gelijk heeft.

Net voor de oversteekplaats bij het hotel, waar overigens nimmer een automobilist afremt, staat onze favoriete reclame zuil, een gigantisch bord met een wit doek. ’Sneeuw’ noemen we hem liefkozend. Vanaf de rotonde begint de reclameoorlog, overal waar je kijkt grijnzen de wereldse verleidingen je tegemoet, luxe wagens, koelkasten, chocola voor mannen (echt waar), chips en frisdrank. Het straatbeeld wordt er niet bepaald door verfraaid. Nu zijn de doeken ook wel iets groter dan in Nederland uitgevallen, zo wordt de gehele zijmuur van een meer dan twintig verdiepingen tellend flat gebruikt om de nieuwste collectie damesmobieltjes (ook niet verzonnen) aan te prijzen.

In de minuten die volgen, op het plein, kunnen we elkaar vanwege de verkeersherrie nauwelijks verstaan. Als we aan de overkant het hofje ingelopen zijn is het lawaai plots verdwenen. We lopen diagonaal door het besneeuwde parkje, er heerst een verbazingwekkende rust.

ochtendlicht