Fysieke arbeid



Vorige week woensdag kwam ik tijdens een een vriendschappelijk wedstrijdje op onprettige wijze in aanraking met Oleg. We botsten en zijn knie raakte mijn onderste twee ribben, ik had het gevoel dat ze een centimeter werden opgetild. Ik hield een paar minuten rust en speelde toen gewoon weer verder. Na de wedstrijd reisden Sasja en ik door naar Viritsa, omdat we donderdag en vrijdag vrij hadden. Tijdens de treinreis begon het toch wel zeer te doen en even vreesde ik dat ik iets gebroken had. Zo snel als ik kon verwierp ik deze onwelkome gedachte, ik wilde mijn korte vakantie niet verpesten.

In de datsja bleef ik last ondervinden van mijn buik. Met grote tegenzin besloot ik om na het weekend langs het traumapunt te gaan. Daar ik me zondagavond al een stuk beter voelde, stelde ik mijn bezoek nog even uit. Maandag boekte ik wederom vooruitgang en ik geloofde dat het helemaal niet nodig was om naar het ziekenhuis te gaan. Woensdag kwam de pijn weer terug en ik zag in dat het onvermijdelijk was om de medische instantie te bezoeken.

Tot mijn grote vreugde was het de volgende ochtend niet druk. Zonder moeite wist ik de registratie te vinden en duidelijk te maken wat het probleem was. Soms denk ik dat ik ingeburgerd ben. Stalislav Michalitsj, de dienstdoende arts, vond het wel leuk om een geblesseerde Hollandse voetballer te behandelen. Hij had genoten van Oranje en keek erg uit naar het treffen met Rusland. We waren het er over eens dat Rusland een goede wedstrijd tegen Zweden had gespeeld. Na de röntgen bleek dat ik niets gebroken had, maar dat een zenuw een flinke tik had gekregen. Het zou nog wel een week of drie duren voordat het over was. Hij raadde me aan om veel in de de frisse lucht te wandelen en zo mogelijk te liggen. Ik vroeg hem om ik kon werken. 'Ja, hoor dat kan', antwoordde hij, 'u verricht tenslotte geen fysieke arbeid.'