Bedrogen



Enkele dagen terug kroop Vera als een klein hoopje ellende haar bed uit. Met een krakend piepstemmetje stamelde ze: ‘ik heb koorts en hoofdpijn, ik ben ziek.’ Haar voorhoofd voelde inderdaad heet aan. Ik stelde haar gerust en zei dat ze weer naar bed kon gaan. Ik ging naar de keuken en prepareerde in alle rust mijn ontbijt, het kwam mij eerlijk gezegd wel goed uit. Ik hoef haar niet te wekken, te voeden, aan te kleden, over te halen om naar de kleuterschool te gaan en haar de klas in te praten.

Ik ervaar de ochtendrituelen met Vera net als horden lopen: hoe goed ik ook in vorm ben, er zit bijna altijd wel een te hoog hekje tussen. Vooral het kiezen van de kleding is een heikele zaak, een foutieve sokkenkeuze kan een tijdstraf van wel 5 minuten ten gevolge hebben. Nog erger is het als Vera een kledingstuk wenst dat net in de vuile was is beland. Het kost mij dan de grootste moeite haar uit te leggen dat het vies is, ik zal het nooit van mijn overtuigingskracht moeten hebben. Gewoonweg ontmoedigend is het als ze halverwege besluit om voor een andere kleur te gaan. Als ik op ontploffen sta, trek ik me een minuut of tien narrig in de keuken terug en hoop tevergeefs op hulp van buitenaf. Het mooie van kinderen opvoeden is dat je geduld er zo lenig wordt.

Nadat ik gedoucht heb wek ik Kolja, meer dan een kop thee en een boterham met chocopasta blieft hij niet. Eigenlijk hoef ik hem er alleen maar aan te herinneren dat hij zijn tanden poetst voordat hij op pad gaat. Onze vroege wandelingen behoren tot het verleden, hij heeft tegenwoordig een busabonnement. Beetje bij beetje word ik door de tijd ingehaald, gelukkig houdt Vera me jong.

Juist als ik weg wil gaan, hoor ik Natasha roepen dat ik Vera naar de Djetski sad moet brengen. Ik leg haar uit dat Vera ziek is en een dagje thuisblijft, hetgeen geen problemen oproept daar Natasha op woensdagen niet werkt. Mijn vrouw is allerminst onder de indruk van mijn inschattingsvermogen en beweert dat Vera me beet genomen heeft. Tegen Vera zegt ze dat ze nu de dokter gaat bellen. Verder dreigen is niet nodig, artsen geven prikken, Vera holt naar haar kamer en kleedt geheel zich vrijwillig zonder enige assistentie aan. Ik ben te verbaasd om me in mijn eer aangetast te voelen.