Datsjaplezier

Rattenvanger van Viritsa

Vrijdagavond rond zevenen sta ik voor een gesloten datsja. Ik ben moe, bezweet en uitgehongerd. Welkom thuis. Een meevaller is dat mijn zwembroek aan de waslijn hangt. Terwijl ik me omkleedt komen Kolja en Vera aangerend. Ze willen ook naar de rivier. We hebben nog geen twee passen buiten het hek gedaan als we Maxim tegenkomen. Hij roept dat hij ook wil zwemmen en gaat zijn band halen. Hij keert terug in het gezelschap van zus Masja en een vriendinnetje. Ik zucht, van mijn plan om even rustig een duik te nemen komt niets terecht.

Aan de waterkant help ik Vera met omkleden. Na enige tijd zie ik tot mijn schrik dat de andere kinderen al vrij ver in het water zijn. Kolja is de enige die goed kan zwemmen. Een beetje bars roep ik dat ze dichterbij moeten komen, zonder morren geven ze gehoor aan mijn oproep. Ik prijs me gelukkig dat ze tenminste luisteren. Van een ontspannen badpartij is evenwel geen sprake, terwijl ik me met Vera bezighoud, probeer ik ook voortdurend op de andere kinderen te letten. Naderhand ben ik doodop, voor badmeester ben ik niet in de wieg gelegd.

Verraad

Het is negenentwintigste minuut van de wedstrijd, de stand is 2-2. Wij hebben net een corner onschadelijk gemaakt. Ik gebaar Natasha om het rustig aan te doen, er is nog niemand van ons in de voorhoede. Ik wil net naar voren rennen als mijn nietsvermoedende achterwerk door een kogel getroffen wordt. Ik kijk verbouwereerd om en zie tot mijn ontsteltenis dat onze doelwachter achterover gevallen is van het lachen. Er is niets meer aan te doen, de bal rolt tergend langzaam over de doellijn. Vernedering en woede vechten om voorrang, ik besluit om niets te zeggen.

Aan de zijde van het trapveldje barst een orkaan van vreugde los. Sasha, Martine en Clemens vieren de onverwachte voorsprong alsof ze de cup gewonnen hebben. Dankzij mijn eigen doelpunt, waar ik nauwelijks schuld aan heb, dreigt ons gecombineerd senioren-, vrouwen- en jeugdteam een gewonnen partij te verliezen. In de resterende minuut wordt het zelfs nog 4-2. Na afloop rent Kolja van het veld. Aanvankelijk wil hij niet eens met ons praten. Na enige tijd roept hij dat we hem in de steek gelaten hebben, we hebben hem laten zakken. Het is duidelijk dat hij de kunst van het knullig verliezen nog niet helemaal beheerst.