Douchen

In de 's Gravenhaagse Middenstede hadden we geen douche. Mijn broer en ik baadden in een zinken teil. Ik kan me er niets van herinneren, maar jaren geleden heb ik het op een zwart wit foto gezien. Toen ik vier was verhuisden we naar een eurowoning in Berkel en Rodenrijs. Het was nogal een groot verschil met onze vierkamerflat in Den Haag. Plotseling hadden we een garage, een hobby/logeerkamer, een tuin, een kamertje voor de was en een douche.

Een douche is wat mij betreft belangrijker dan een telefoon, een computer of een auto. Ik ga niet ongewassen de deur uit. Althans dat gold voordat ik in Rusland geweest was. Jaren geleden vertelde Natasha me dat ‘s zomers het heet water in de stad uitgeschakeld werd. Ondanks haar serieuze blik moest ik erg om dit verhaal lachen. Enkele weken later bezocht ik haar in Petersburg. Het was min twintig en er was werkelijk geen heet water, naar alle waarschijnlijk was er ergens een pijpleiding gesprongen. Niet veel later gaf de verwarming het ook op. We zaten met dikke truien aan in de keuken, de warmste plek van het huis, omdat Natasha’s moeder de oven op maximum had gezet en het deurtje openliet.

Sinds ik hier woon ondervind ik ieder jaar net als 90% van de Russen wat de profilactica inhoudt. Elke zomer wordt het warm water enkele weken uitgezet, vanwege reparaties en om de warm water centrales te ontzien. Ons rayon is altijd in juni aan de beurt, op zich is dat niet zo slecht, want dan is het meestal nog niet zo warm. Dit jaar gebeurde er echter niets in de eerste zomermaand. Ik had optimistische berichten opgevangen: sommige rayons zouden dit jaar ontzien worden. Halverwege juli begon ik te geloven dat ik in zo’n uitverkoren buurt woonde. Een dag later vond ik het zo gehate briefje op de voordeur van ons huis: van 15 juli 12.00 uur tot en met 8 augustus 12.00 uur geen heet water.

De tijd van de koude douches was weer aangebroken stelde ik knarsetandend vast. Gelukkig was het mooi weer, zodat ik tijdens het weekend in de rivier kon zwemmen. Voor doordeweekse dagen had ik een nieuwe strategie uitgestippeld. ‘s Avonds liet ik het bad half vol lopen met ijskoud water. ‘s Ochtends vroeg was de temperatuur van het water iets aangenamer, ik kon het zo’n vijf minuten uithouden. Voldoende om me in te zepen en af te spoelen.

Afgelopen woensdag keerde ik na een langdurige ribblessure weer terug in het Krim palomnik team. In de klamme sporthal nabij metrostation Politechnitjeska speelden we een vriendschappelijk potje. Het ging lekker, alleen als Oleg, met wie ik een maand geleden zo onfortuinlijk botste, in de buurt kwam, deed ik het wat rustiger aan. Na een uur en twintig minuten hield ik het voor gezien, pakte de sleutel en sjokte in mijn eentje naar de kleedkamer. Ik had het van te voren helemaal gepland, ik had een handdoek, zeep en schone kleren meegenomen.

Moeizaam kleedde ik me uit, ik had net iets te lang doorgespeeld, mijn voeten stonden brand. Even kwam een beklemmende gedachte opzetten: wellicht was het warm water in deze buurt ook afgesloten. Dat zou te erg zijn. Ik draaide de douche open, er kwam een gorgelend geluid uit de buizen, ik draaide nog een slag en had de koudwaterkraan in mijn hand. Koortsachtig probeerde ik hem weer terug te schroeven, onderwijl begon de douchepijp steeds erger te trillen en te hoesten. Net toen de kraan weer op zijn plek zat gutste het water uit de douchekop. Dit is te mooi om waar te zijn dacht ik.