En profiel



Na mijn beurse ribben avontuur was ik aanvankelijk een beetje bang om weer te gaan zaalvoetballen. Ik was me er terdege bewust van geworden dat het mogelijk is om een blessure op te lopen. Na enkele potjes verdween de angst en het balgevoel keerde geleidelijk weder. Ik liep de tegenpartij hinderlijk in de weg, gaf wat listig steekpasjes en vond vaker het net. Ik had zelfs de illusie dat ik het langer vol kon houden. In mijn tempo wel te verstaan, want een versnelling zit er niet meer in.

Ons team is aanmerkelijk sterker geworden, 3 spelers zijn gestopt en 3 meer getalenteerde voetballers hebben hun plaatsen ingenomen. Sjenja is onze jongste speler, hij is een jaar of 18. Jegor, de uiterst serieuze, boomlange kopsterke diaken, zorgt voor het nodige gevaar in de spits. Priester Nikolai houdt samen met Sasja achterin de zaken op orde. Behalve een sportieve, heeft ons team ook een geestelijke impuls gekregen. Er heerst in elk geval een betere stemming dan afgelopen voorjaar.

Het lijkt ook wel of dat er een zekere nivellering heeft plaatsgevonden: de getalenteerde spelers lijken iets slechter en de krukken iets beter te zijn geworden. Steeds vaker winnen we de vriendschappelijke partijtjes. Sasja en ik durven al hardop over onze eerste overwinning in de competitie te dromen. Deze editie doen er geen 6 maar 8 ploegen mee. Deze winter en voorjaar spelen we een dubbelprogramma, maar liefst 14 wedstrijden zullen we aantreden.

Afgelopen woensdag verkeerde ik in topvorm, maar liefst 5 keer was ik trefzeker. Even voelde ik me de ster in mijn eigen productie en liet me de bewonderde blikken van mijn jongere kameraden welgevallen. Misschien beeldde ik het me allemaal slechts in, het was me om het even. Na afloop liep ik naar de doucheruimte die zich achter in de kleedkamer bevindt. Op een onbewaakt moment sloeg ik mezelf en profiel in de spiegel gade. Naderhand sjokte ik met zichtbare moeite naar de metro. Het beeld van het ietwat slobberige, laaghangende bierbuikje raakte ik niet meer kwijt. Het valt niet mee om in te zien dat ik nooit meer jong word.