De sjaaldiefstal



Zaterdag gingen Kolja en ik, ter gelegenheid van de zevende verjaardag van Joera, bij Sasja en Masja op bezoek. Natasha en Vera haakten op het laatste moment af, omdat Vera plotseling koorts gekregen had. Ik voelde me een beetje schuldig omdat ik ‘s ochtends met haar, toen ze zich ogenschijnlijk goed voelde, naar de winkel was gegaan. Het was bar slecht weer: er woedde een natte sneeuwstorm, na enkele stappen hadden we al natte voeten.

Eerlijk gezegd had ik weinig zin om nog een keer naar buiten te gaan en stelde voor dat we allen thuis zouden blijven. Volgens Natasha was dat uitgesloten, aangezien we cadeautjes voor de jarige hadden en we Kolja toch geen feestje konden ontzeggen. Schoorvoetend gaf ik toe en toog met Kolja naar de bushalte. Na een half uur waren er in totaal 11 bussen en marsroutka’s voorbijgereden. Van bustaxi nummer 3, die rechtstreeks naar het huis van Sasja en Masja gaat, ontbrak echter elk spoor. Steeds sterker kreeg ik het gevoel dat mijn onwelwillendheid en de wachttijd verband met elkaar hielden. Al valt het natuurlijk moeilijk hard te maken dat mijn negatieve emoties uitgerekend een vertragende werking hadden op lijntaxi nummer 3 richting centrum tussen 14.00 - 15.00 uur op zaterdagmiddag 6 december 2008. Tien minuten later zagen we eindelijk in de verte de felbegeerde nummer 3 opduiken. De overvolle minibus reed zonder te stoppen langs onze halte, vijf minuten later liet de volgende ons andermaal in vertwijfeling achter. Zelfs een verstandig mens zou toegeven dat hier ons niet gunstig gezinde krachten aan het werk waren. In arren moede besloten we om naar station Moskovkaja te wandelen, veel reizigers stappen tenslotte bij de metro uit. Hier kenden we meer voorspoed, precies een uur nadat we van huis waren vertrokken zaten we in het openbaar vervoer. Rond vier uur bereikten we de komunalka van Sasja en Masja.

Sasja en Masja waren als piraten verkleed en gaven leiding aan aspirant criminelen. De bandieten in opleiding waren hun eigen kinderen, twee buurmeisjes, het dochtertje van Viktor, Sasja’s vader en Kolja. Ze moesten allerlei moeilijke opdrachten uit voeren, voordat zij zich werkelijk zeerover mochten noemen.

Tegen achten besloot Dennis (Sasja’s boezemvriend en tevens de betrouwbare sluitpost van Krimpalonik) om weg te gaan. Viktor vroeg of hij hem en zijn dochtertje bij het nabij gelegen Baltiski station kon afzetten. Masja opperde dat Dennis ons wellicht thuis kon afzetten. Ik voelde wel wat voor een lift in een warme auto.

Een half uur later betraden we de hal van ons appartement. Natasha’s eerste woorden waren: ‘dat is jouw sjaal niet.’ Verbouwereerd bekeek ik de halsdoek wat nauwkeuriger en moest toegeven dat dit exemplaar niet erg veel op het mijne leek. Het was weliswaar ook van een blokmotief voorzien, maar het was donkergroen-donkerblauw in de plaats van zwart gekleurd. Sasja had me de verkeerde aangereikt en ik had het niet gemerkt. Eigenaardig, want er was voldoende licht in de gang van zijn huis en we hadden geen druppel alcohol gedronken.

De volgende dag belde ik Sasja om hem mee te delen dat ik zijn das had gepikt. ‘Nee hoor’, antwoordde hij gniffelend, ‘het exemplaar dat jij hebt, behoort mijn pa toe. Gisterenavond heeft hij per ongeluk de jouwe omgeknoopt, thuisgekomen kwam hij pas achter de verwisseling. Aangezien ik niets miste concludeerden we dat hij de jouwe in zijn bezit had.’

Naderhand vertelde ik Natasha wat er plaatsgevonden had. Hoofdschuddend ontbrak ze mijn relaas en zei: ‘je bedoelt dat het Viktors vrouw opgevallen was dat hij andermans sjaal droeg, het bewijst maar weer eens hoe onoplettend mannen zijn.’