Vlak voor de vakantie



Vrijdag 29 mei 2008. Vanochtend hebben Kolja en ik Vera naar de kleuterschool gebracht. Kolja vergezelde ons, omdat zijn zomerreces reeds is begonnen. Hij had duidelijk moeite om niet uit zijn rol te vallen, enkele keren versprak hij zich zelfs: ‘straks ren ik naar huis, ik bedoel dus naar school’, ‘ik heb geen tas bij me, omdat mijn boeken op school zijn’, Vera sloeg er geen gelukkig acht op. Ze aanschouwde de vogels: springerige mussen, immer hongerige duiven en onheilspellende kermende kraaien.

Sinds een dag of twee is het zomers warm, maar dit is erg bedrieglijk, het weer kan zo omslaan. Twee weken terug viel volkomen onverwacht ’s ochtends een dik pak sneeuw. Het laken vormde een prachtig contrast met de bloeiende planten en de bomen vol met bloesems. Het was 2 graden toen we van huis vertrokken. Terwijl het de dag ervoor maar liefst 22 graden warmer was geweest. We hadden de mutsen, handschoenen en warme jassen weer te voorschijn gehaald. Op de kleuterschool adviseerde de juf Vera met vest, maillot en lange broek de klas in te gaan. Het was bitter koud, omdat de stadsverwarming uitgeschakeld was vanwege het mooie weer van de voorgaande week. Een uurtje later stapte ik uit op metrostation Gorkovskaja, en zag geen enkel sneeuwvlokje. De zon scheen en tegelijkertijd gierde er een zeldzaam harde wind door het Alexandrovski park. Ik had er spijt van dat ik mijn pet thuis had laten liggen. Op kantoor was het al even kil, iedereen had een dikke trui of een vest aan. Tenslotte kwam ik op weg naar huis in een hagelbui terecht, enkel de regen had zich niet laten zien.

In de kleuterschool was het rustig, de helft van de kinderen heeft kou gevat en blijft thuis. Er zijn nog maar weinig ouders die me groeten sinds ik in april een beetje van me afgebeten heb. Een moeder beet me venijnig toe dat Vera de andere kinderen ziek maakte (Vera had een paar keer gekucht). Even was ik door deze brutaliteit uit het veld geslagen. Daarna herpakte ik me en antwoordde sarcastisch: ‘bent u de baas hier, of bent u de dokter, als u bepaalt wie er ziek is, dan wil graag uw papieren even zien?’ De juf kwam aangesneld en zei zachtjes tegen de dame in kwestie dat ze op moest houden. Het had weinig effect, mevrouw bleef maar doorzeuren. Uiteindelijk zei ik tegen haar dat ze naar de directeur moest gaan als ze het ergens niet mee eens was. Een paar minuten later kwam de onderdirectrice naar de klas. Op rustige toon verzocht ze me met Vera naar de arts van de kleuterschool te gaan. Ik vroeg haar of het gebruikelijk was dat ouders bepalen wie er ziek is of niet. Nee, dat was het niet en ze stuurde de klagende moeder weg. Vera kon na het doktersbezoek gewoon blijven, maar met mijn vaderlijke woede aanval heb ik me niet populair gemaakt bij de ouders. Vreemd genoeg is de juf tegenwoordig een stuk aardiger tegen me.

Vera trekt haar grijze joggingpak voor de laatste gymles van dit schooljaar aan. Ze telt tot tien, tegenwoordig slaat ze zes en negen niet meer over en wandelt de klas in. Kolja en ik verlaten het pand. Buiten wil hij nog een stukje met me meelopen, na enkele passen stelt hij voor om mee naar mijn werk te gaan. Dan herinnert hij zich dat hij het boek dat hij van Natsja geleend heeft vandaag uit wil lezen. Daarna wacht de computer, maar hij is gewiekst genoeg om dat niet te zeggen. Hij draait zich om en rent in zijn splinternieuwe Zenith outfit weg. Hij heeft maanden om het tenue van Petersburgs trots gesmeekt. Na enige tijd kondigde hij (eenzijdig) aan, dat hij een goed rapport als tegenprestatie zou overleggen. Al snel draaide hij het om: als hij een mooie eindlijst presenteerde zou het blauwe shirt, met Gazprom fier op de borst en Zenith bescheiden op de mouwen, hem ten deel vallen.