Zomer 2008



1. De pre vakantie: de excursie naar Valaam

Donderdagavond vertrekken vanuit het rivierstation met een cruise naar het Ladogameer, dat de afmetingen van een binnenzee heeft. Reisbestemming is het eiland Valaam waar bijna uitsluitend monniken en priesters wonen. Elke dag varen er diverse schepen naar het bedevaartoord. We hebben een bescheiden driepersoonskajuit, Kolja zal in een slaapzak op de grond slapen. Ik heb het gevoel dat ik in een aflevering van Love Boat uit de jaren zeventig terecht ben gekomen, al schuift de goedlachse kapitein niet aan tijdens het diner.

Tegen middernacht bereiken we Schlusselberg, een middeleeuws slot dat aan de toegang van het meer ligt. Ik neem een paar prachtige, helaas mislukte, foto’s. Kolja stelt tevreden vast dat de duisternis nog niet werkelijk is ingetreden wanneer we het slot, dat de entree tot het Ladogameer is, bereiken.

De volgende ochtend sluiten we, na het ontbijt, in het restaurant aan bij een groepje voor de eerste excursie. De souvenirmarkt bij de aanlegsteiger laten we links liggen en we doen een kerkje aan. Daarna maken we een lange wandeling over het eiland. De gids vertelt over de eilandbewoners. Het klooster, de monniken die in afzondering leven en de weinige gewone burgers.

Ik geniet van zijn vertellingen, de historische gebouwen en de wonderschone natuur, bedenkend dat ik jaren heb ik tegen Natasha heb lopen zeuren dat we nooit eens een trip maakten. Woon ik eindelijk in het grootste land ter wereld en vervolgens kom ik behalve Petersburg en Viritsa nooit ergens. Bedroevend als je bedenkt dat er zoveel moois is te bezichtigen: Novgorod, Pskov, ik ben zelfs nog nooit in Moskou geweest.

Een tijdje geleden opperde Natasha dat we een bezoekje aan het bedevaartseiland konden brengen. We konden in het pelgrimhotel overnachten, ik stelde me daar een karig ingericht vertrek met witte muren bij voor, nodeloos te vermelden dat we op de grond zouden moeten slapen. Dat was natuurlijk overdreven, maar het bleek wel dat mannen en vrouwen in aparte gelegenheden moesten slapen. Dit vooruitzicht riep geen vakantiegevoelens bij mij op, gelukkig bleken er ook gewoon cruiseboten naar het eiland te varen: ‘s Avonds vertrek, ‘s ochtend aankomst, slapen en eten op het schip, een ochtend en een middagexcursie. Tussendoor lunch aan boord en ‘s avonds vaart de boot af richting de stad waar het de volgende ochtend aanlegt

‘s Middags luisteren we in een vervallen kerkje naar een wonderschoon concert van vier jonge mannen die geld hopen in te zamelen voor de renovatie van het gebouw. Na afloop kopen we één van de vier cd’s van het talentvolle minikoor. Even later word ik door de bewakers van het klooster gegrepen omdat ik zonder toestemming van de monarch een foto op het plein poog te maken. Aangezien ik nogal veel tijd nodig had om de lens scherp te stellen heb ik niet eens af kunnen drukken. Het blijft dan ook bij een uitbrander. Na mijn bijna overtreding zie ik pas dat er op diverse plekken aangegeven staat dat het verboden is om plaatjes te schieten. In de andere kerken op the eiland mag je overigens naar hartenlust fotograferen.

‘s Nachts slaap ik in een slaapzak op de grond van onze 3 persoonskajuit. Kolja verkeert allang in dromenland en Vera is niet van zins om in te schikken. Ik trek nog een flesje Siberski Korona met lome smaak open en lees weer eens ‘de Renner’.


2. Voor de vakantie

Vrijdag rond ik mijn laatste werkzaamheden af, om een uur of één besef ik dat ik eigenlijk niets wezenlijks meer te doen heb. Ik ruim maar wat op en luister naar Hans de Booy en denk een overeenkomst te ontdekken tussen 'Annabel' en 'Spirits in the Material World' van de de Police, al ontsnapt het vermeende verband tussen beide nummers me direct weer. Weinig geïnspireerd dicht ik enkele e-mails. Ik slaag er niet in om mijn opgewekte stemming over te brengen. Om half vijf pak ik mijn volle weekend tas en mijn laptop, het is lang geleden dat ik zo naar een vakantie heb uitgekeken.

In de metro probeert een duo me te beroven. Ze gaan heel inventief te werk. Als ik de wagon inschiet snijdt één me zogenaamd per ongeluk de pas af, wanneer ik naar rechts uitwijk houdt hij me weer op. Nog niets vermoedend probeer ik hem linksom te passeren, wederom snijdt hij mij de pas af. Dan begint het me te dagen en kwaad schreeuw ik wat hij wil. Hij mompelt sorry en snelt naar buiten, gevolgd door zijn handlanger die al die tijd achter me stond. Ik heb geluk gehad, in de plaats van te duwen hield ik de hele tijd de laptoptas tegen mijn lichaam en schermde daarmee ook mijn portemonnee af. Ik voel nu pas hoe boos en tegelijk geschrokken ik ben.

Ik ben ruim op tijd voor de sneltrein van 17.00 uur naar Viritsa. Het is zo druk dat ik tot Poesjkin moet staan. Vrijwel direct nadat ik een zitplaats heb gevonden dommel ik in. In Viritsa koop ik een fles Baikal en een fles Bagbier, een imitatie van Duits bier, het eerste vakantieweekend kan beginnen.

3. Afmatten

Zaterdag speel ik vier voetbalwedstrijden van elk een half uur, de teams wisselen voortdurend van samenstelling, alleen de buren Jura, Nadia, Kolja en ik blijven ieder partijtje staan. Sasja trekt zich halverwege terug, omdat hij Zenit - FC Moskou wil zien. Hij kijkt elke wedstrijd van de trots van Petersburg, hij is een ware baljetjiek (1). Al gauw komt Zenit op achterstand, toch blijft Sasja kijken, toen hij vanochtend opstond voelde hij dat Zenit vandaag zou gaan winnen. Hij blijkt een ziener: een krappe twee uur verder verschijnt hij uitgelaten op het veld: het is op de valreep 1-2 geworden, de kampioen heeft eindelijk de punten gepakt.

Het is kil maar droog, na het avondeten zetten we de Perry van der Kar tafeltennistafel op. De tafel zal inmiddels 35 jaar oud zijn, maar verkeert nog in een uitstekende staat. Ik zat in de derde klas van de lagere school toen mijn vader hem had aangeschaft. Een echte wedstrijdtafel meldde hij trots. Het gevolg ervan was dat hij zijn auto meestal op straat moest parkeren, omdat er gespeeld werd. Toen ik afstudeerde deed hij me de tafel cadeau. In de loop van de avond verzamelt zich een aardige groep, Sasja en Masja, Jura en Nadia, Aljona (de kleine dochter van Tjotja Lucia), in onze tuin. Ondanks de aanmoedigingen van Kolja verlies ik tweemaal van Sasja, onderwijl stook ik de douche warm. Tegen halftwaalf betreed ik uitgeput ons badhuis. Mijn onwillige beenspieren vertellen me dat ik vandaag iets te ver gegaan ben in mijn poging om jong te zijn.

(1) Fan van een voetbalclub

4. Het woonruimte vraagstuk van Sasja en Masja

Sasja en Masja wonen met hun drie kinderen in een kamer in een komunalka (2). In de winter zijn we bij ze op bezoek geweest, ik zal nooit meer klagen dat wij te krap behuisd zijn. ’s Zomers betrekken ze de datsja van Sasja’s vader. De afgelopen tijd worden ze volledig opgeslokt door een mogelijke verhuizing. Een bemiddelde zakenman heeft de etage opgekocht waar zij wonen. De bewoners hebben een unieke kans om, al dan niet met overheidssubsidie, een ongedeelde woning te krijgen. Onze buren kunnen mogelijk een twee of zelfs een klein driekamerappartement vinden.

Naarmate de vakantie vordert, worden de verhalen rond het mogelijke vertrek steeds wilder en gekker. Nadat de subsidie is toegekend, steekt de directrice van een weeshuis een stok tussen de spaken. Eén van de buren in de gemeenschappelijke woning is een verslaafde, hij leeft met zijn moeder in een kamer. Zijn vrouw, ook een junkie, is lang geleden weggelopen, en hun drie kinderen zijn achtergelaten bij de vader. De kinderen waren totaal verwaarloosd en kwamen nooit buiten, uiteindelijk zijn ze uit huis geplaatst. De directie eist dat er nu voor woonruimte voor de zeer jonge kinderen wordt gezorgd. De eis klinkt vreemd, want de investeerder betaalt eenieder per meter en moet nu ineens een extra driekamerwoning gaan kopen dat door de kinderbescherming beheerd zal worden totdat de kinderen volwassen zijn. Belachelijk of niet, de verkoop kan niet doorgaan zolang de voogd (de directrice) niet tekent. De kinderbescherming steunt het tehuis en het comité ter opheffing van de communalka’s staat achter de bewoners, een proces lijkt onvermijdelijk. Net als alles mis dreigt te gaan krijgt Masha een telefoontje van een andere gemeentelijke organisatie die er voor zorg draagt dat grote gezinnen gesubsidieerde passende woonruimte krijgen, ze krijgt een vier kamerwoning van 104 m2 aangeboden.

(2) In een komunalka deel je de keuken, het toilet en de badkamer met je buren. Dit is de onderkant van de huizenmarkt. Alleen al in Petersburg wonen enkele honderdduizenden mensen in komunalka’s. Vanwege de gigantische prijzen (gemiddeld 2500 euro per vierkante meter) in de huizenmarkt is het heel moeilijk om een eigen appartement te kopen.

5. Verandaoverpeinzingen

Af en toe heb ik ’s ochtends een uurtje om iets te typen. Na mijn solitair genoten ontbijt installeer ik stiekem mijn laptop op de veranda naast Vera’s slaapvertrek. Van tijd tot tijd verplaats ik me naar de keuken om in de pap te roeren. In afwachting van mijn brouwsel rennen Kolja en Vera door het huis. Het mooie van kinderen hebben is dat je geen reden hoeft te verzinnen waarom je er niet aan toe komt om een boek te schrijven.

Houthakken is te vergelijken met wielrennen, een gelukzalig gevoel komt over je op het moment dat je beseft dat je werkelijk kapot zit. Alles gegeven, net iets te ver doorgegaan en eervol gestrand. Een coureur moet lossen, desnoods stapt hij af. Een hakker laat zijn bijl zakken, stapelt het hout op, verzamelt de splinters voor de douche en bergt zijn werktuig op. Nog lang dreunt de scherpe toon van het ijzer na in zijn hoofd. De volgende ochtend heeft hij last van spieren waarvan hij het bestaan niet eens vermoedde en is hij voor even objectief over zijn eigen leeftijd. Maar belangrijker dan dat alles is dat zijn denken tijdens de inpassing gekanaliseerd is, het leven is, zolang de strijd met de stammen gaande is, overzichtelijk. Er is een ultiem doel: de boomstam in mootjes hakken opdat de haard nog lang moge branden. Daar kan geen subtiele filosofische gedachte of vernuftig geconstrueerd kunstwerk mee wedijveren.

Kolja vraagt me steeds weer om muziek op zijn mobiele telefoon te zetten. Hij luistert veel naar de Beatles, Loving Spoonful, Doors, ook ‘Shady groove’ het eerste nummers van Mudcrutch, de nieuwe oude band van Tom Petty vindt hij prachtig. Als ik informeer wat zijn favoriete muziek is antwoordt hij: 'jouw band' en zet een nummer van de Legend of Discovering uit 1983 op. Voor het eerst begrijp ik dat ik zijn ogen best wel cool ben. Is dat niet wat ik altijd wenste te zijn? Ik weet me weer eens geen houding te geven en snijdt gauw een ander onderwerp aan.