De aankondiging



De winter geeft vooralsnog maar heel weinig terrein prijs. Het ijs op de daken is weliswaar gesmolten en de sneeuw trekt zich langzaam terug, maar zodra de avond intreedt, bevriest het gesmolten water weer en ’s nachts en in de vroege ochtend valt er natte sneeuw. De dagen rekken zich steeds verder uit, maar de temperatuur wil niet volgen. Het is reeds half maart, het jaar 2009 wil echter niet beginnen. Afgeremd door spiegelgladde bevroren plassen en sompige halfontdooide blubberpadden. Deze tijd leent zich droefgeestige poëzie.

Afgelopen zondag wandelden er veel oma’s in het park bij Kolja’s school. Ze verwarmden zich aan de eerste prille zonnestralen. Arm in arm, zich behoedzaam voortbewegend, peurden ze met hun wandelstokken in de glibberige, moerassige laag, waaronder het voetpad verscholen lag. Hun opgewekte stemming deed me vermoeden dat ze voor het eerst sinds lange tijd weer buiten waren. Het leek alsof ze en masse aankondigden dat de lente gearriveerd was.