Een kijkje naar binnen



Ik sluit de deur af en open hem toch nog een keertje. Naar binnenturend word ik door een lichte melancholische misselijkheid overvallen. Zie hier het slagveld van een tijdelijk alleenstaande man, de seizoenvrijgezel, verlaten door zijn familie, die op het platteland bivakkeert. Het is niet eens een geweldige bende in huis. Kortgeleden heeft hij nog gestofzuigd en de plee is schoongeboend en de vuilnisbak geledigd. De plantjes hebben te drinken gehad, een schoon bedovertrek ligt over het ledikant. Was het maar een troep, nu is het een saai en somber vertrek en lijkt het wel of het maandenlang onbewoond is geweest.

Het anders zo gezellige huis schijnt me nu een gemeubileerd appartement. In feite klopt dat ook wel. In de zomermaanden bracht ik er vijf avonden en nachten door, zonder er echt te leven. Ik at een simpel maal, hing de was op, keek voetbal op tv, luisterde wat muziek en deed de boodschappen vaker dan nodig was. Een beetje verloren ronddolend onder de neonverlichting van hypermarkt Okay. Zorgvuldig mikte ik de koopjes in het boodschappenkarretje en legde ze bij nader inzien toch maar weer terug in het rek. Meestal bleven er niet meer dan een bruin brood, een fles goedkope cola en een paar vanille-ijsjes over om af te rekenen. In de kassarij raakte ik gedeprimeerd van de andere desolate treurwilgjes die net als ik hun eenzaamheid probeerden weg te kopen.

In mei had ik grote plannen gemaakt: ik zou de leegte verdrijven door een derde boek te schrijven of een paar nummers opnemen. Helaas begon en eindigde mijn avond meestal futloos op bed... Na 6 weken brak de zomervakantie gelukkig aan. Drie weken genoot ik van het gezelschap van mijn gezin in de datsja. Opgebloeid en uitgerust keerde ik begin augustus weder. Na een week of twee verdween mijn opgewekte stemming. Het was de schuld van het wispelturige weer, de duwende mensen in de metro, of de ongedurige automobilisten die van het opjagen van voetvolk een roeping hebben gemaakt. Allemaal onzin. Die ene blik naar binnen deed me begrijpen wat er werkelijk met me aan de hand was.