Eeuwig oud worden



Niets is vermoeiender dan je jonger voor te doen dan je eigenlijk bent. Indertijd sloeg ik mensen die zich hier aan schuldig maakten hoofdschuddend gade. Er was niets aan te doen, volwassenen zijn nou eenmaal veroordeeld tot oud zijn. Iedere poging om hip uit de bocht te komen benadrukte juist het leeftijdsverschil. Bovendien was het helemaal niet zo geweldig om een jongere te zijn, ouders en leraren hielden immers de vrije ontplooiing tegen. Later als ik groot zou zijn zou het ware leven eindelijk zijn aanvang nemen, dacht ik toen.

Ons voetbalteam ‘Krim Palomnik’ is gedeeld (ik kan het niet natlaten om dit ogenschijnlijk onbelangrijke detail te vermelden) laatste geworden in de competitie en heeft derhalve voor de tweede maal in successie de play offs gemist. Nadat we enkele maanden terug voor het eerst een officiële wedstrijd hadden gewonnen, begonnen we enthousiast over de nacompetitie te fantaseren. Volstrekt ten onrechte, want sindsdien hebben we enkel slaag gehad. Wat we ook probeerden, lange ballen, pressing, afwachten en vooral veelvuldig elkaar afkraken, niets hielp, erger nog: de meest knullige tegenstanders groeiden boven zichzelf uit zodra ze tegen onze ploeg speelden. Een pijnlijke ervaring, aangezien ik me zelf wijs gemaakt had dat ik vroeger best aardig kon voetballen. Na elke nederlaag nam ik me voor om acuut te stoppen, maar als Sasja me een paar dagen later belde met de mededeling dat we nog steeds een kansje hadden om ons te plaatsen, zag ik van mijn voornemen af. Gisterenavond wonnen we een vriendschappelijk potje en maakte een euforische stemming zich meester van mij: ik kan nog mee komen. Ik ben nog niet versleten, vooralsnog ben ik ‘slechts’ bezig met oud te worden.