Het nieuwe schooljaar



Het najaar is begonnen. Overdag is het nog redelijk warm, niet zelden knoop ik mijn jas open wanneer ik buiten loop. De ochtenden en de nachten zijn daarentegen al kil. Na de eenzame zomer is de dagelijkse routine weer hersteld. Iedereen is weer terug in de stad, mijn vrijgezellenbestaan heb ik met plezier opgegeven. Om halfzeven kruip ik uit bed, strompel naar de badkamer, kom tot leven onder de douche, kleed me aan, maak het ontbijt, ga minstens een keer op hinderlijk in de weg lopende de kat staan en wek de kinderen. Gewoontegetrouw laat ik Kolja beloven dat hij zijn deken rechttrekt en de kamer enigszins ordentelijk achterlaat, hij belooft het zonder tegenspraak. Iets te gemakkelijk. Zou hij me nu al niet meer serieus nemen?

Vervolgens probeer ik Vera wakker te maken en te houden. In tegenstelling tot vorig jaar lukt het steeds beter. Zonder al teveel tegensputteren volgt ze me naar de keuken. Belangrijker nog dan dat is dat ze niet meer in slaap valt aan de keukentafel. Dit wil overigens niet zeggen dat we nu veel eerder in de djetski sad verschijnen. Als ze eenmaal ontwaakt is kletst ze honderduit en vergeet haar pap of boterham met chocolade pasta op te eten. Doorgaands weet ik haar pas rond halfnegen de deur uit te werken.

Kolja laat meer dan eens weten naar de kleuterschool terug te verlangen. Geen huiswerk, overhoringen, rapporten, veeleisende of teleurgestelde ouders. ‘Wacht maar tot je moet werken dan begrijp hoe mooi je schooltijd was’, heb ik hem wel eens gezegd. Hij antwoordde, ‘dan heb ik tenminste geld en iedere zaterdag vrij.’ Soms denk ik dat mijn dagen als autoriteit geteld zijn. Ik val nu ook al in herhalingen. Hoe oud zou ik geweest zijn, toen ik me veroorloofde om aan het gezag van mijn vader te twijfelen? Pa vond de Rolling Stones maar een stelletje lawaaierige langharige apen. Hij droeg ook al geen spijkerbroek en durfde zich, tot mijn grote verbazing, gewoon in het openbaar te vertonen. Ik was toen dertien, net zo oud als Kolja nu is.

Op straat bevrijdt Vera me uit de klauwen van mijn sombere overpeinzingen. Ze deelt mee dat ze volgend jaar naar school gaat. Ze zit in de laatste groep en steekt daar niets op. Ik herken dat gevoel wel, indertijd haalde ik mijn neus op voor de kleuterschool. Daar zaten enkel kleine kinderen, die de ganse dag speelden, op. Ik voelde me daar, zijnde vijf jaar, een beetje te oud voor. In de namiddag bleef ik na de thee vaak in de keuken hangen als ma mijn broer met zijn huiswerk hielp. Vijf keer acht is veertig, het klonk als pure magie. Een wonderbaarlijke wereld lag voor het grijpen, maar ik kon er net niet bij omdat ik nog te jong was.