Verven in Viritsa



De inwendige opknapbeurt van onze datsja is bijna volbracht. Het team van Samuel heeft voortreffelijk werk geleverd. In twee weken tijd heeft er een ware metamorfose plaatsgevonden. De wanden van de keuken en de drie slaapkamers zijn betimmerd met schrootjes, op de plafonds zijn plastic tegels geplakt, er ligt nieuw vinyl en overal zijn nieuwe plinten aangebracht. Tevens zijn de elektriciteitsleidingen vervangen en hangen er nieuwe stopcontacten en lichtschakelaars. Het ziet er zo netjes uit dat je bijna zou vergeten dat het een datsja betreft. Puristen zouden de teloorgang van het klassieke buitenhuisje mogelijk betreuren. Ik ben niet zo principieel, het is veel minder vochtig binnen dan voorheen en de ellendige tocht is uit het huis verdwenen. Bovendien is er feitelijk maar weinig veranderd: de kachel moet nog steeds met hout gestookt worden en het water dient uit de put opgetakeld te worden. Vooralsnog blijven we dromen van een badkamer met douche, stromend water, centrale verwarming en dubbel glas.

Ik ben van plan om de houten wanden te lakken. Hoewel ik om één uur ben aangekomen, begin ik pas omstreeks vieren met verven. Eerst heb ik van de rondleiding van Samuel en Joera in ons eigen pand genoten. Daarna heb ik allerlei kleine dingen gedaan, zoals water en hout halen, en tevergeefs naar de nieuwe kwasten gezocht. De meeste tijd heb ik echter besteed aan de kachel in onze slaapkamer. Branden wilde hij wel, maar na enkele minuten was er zoveel rookontwikkeling, dat er zat niets anders opzat dan de deuren open te zetten. Het duurde een hele tijd voordat het weer weggetrokken was, onderwijl stond ik te klappertanden, het was buiten nul graden.

Kwasten ligt me beter, je hoeft er niet overdreven handig of nauwkeurig voor te zijn. Er kan - behalve per ongeluk het blik omtrappen - weinig misgaan. Tegen halfelf heb ik Vera’s en Kolja’s slaapkamer voltooid. Ik besluit de keuken en onze kamer de volgende dag te doen.

Ik had Kolja graag meegenomen, maar de smerige verfdamp deed me hiervan afzien. Zodoende zal ik voor het eerst alleen een nacht in het zomerhuisje verblijven. Zonder veel plezier drink ik wat bier en eet een paar boterhammen met smeerkaas. De televisie in de slaapkamer staat aan, maar ik voel me te vermoeid om te kijken. Ik loop door de opgeknapte kamers, er hangen zelfs rails met prachtige gordijnen. Toch klopt er iets voor mijn gevoel niet, ik struikel nergens over speelgoed, het huis is te leeg, het dient bewoond te worden.