Bellen



Vlak voor de aanvang van het schooljaar hebben we Vera een mobieltje gegeven. Aangezien ik niets van het apparaat begreep, was ik blij dat Kolja als instructeur optrad. Het probleem voor mij is dat ik veel onlogische handelingen dien te verrichten, knopjes moet indrukken, waardoor ik vaak niet begrijp waar ik mee bezig ben. De grijze PTT telefoon, waar je oorschelp aan vastplakte als je te lang sprak, schijnt mij tegenwoordig het toppunt van degelijkheid en rust. Hoe hoger het gedraaide cijfer, des te langer het duurde voordat de kiesschijf weer op zijn oorspronkelijke plaats terugkwam. Het sieraad stond in elke Hollandse woonkamer, niemand verlangde naar iets anders, beters of snellers, dat waren nog eens tijden.

Ondanks het bekwame onderricht van haar broer kon Vera aanvankelijk maar moeilijk met haar nieuwste speeltje overweg. Kolja had het heel handig ingesteld, ze hoefde enkel op een knopje te drukken om te telefoneren. Meer dan eens belde Vera me, zonder er zelf erg in te hebben, tijdens de les. Zo kon ik meegenieten van wat zich in de klas afspeelde. Daarentegen, als ik haar nummer draaide, hing ze per ongeluk steeds op.

De eersteklassers hebben slechts drie uur per dag les. De meeste kinderen gaan ‘s middags naar de naschoolse opvang, totdat ze door hun ouders worden opgehaald. Gisteren demonstreerde Vera me dat ze inmiddels feilloos kan telefoneren. Ze belde me vier keer in korte tijd. Het bleef een tijdje stil als ik opnam en dan hoorde ik haar kinderstemmetje: ‘papa kom je vanavond wat vroeger thuis?’ Andere varianten waren: ‘wat doe je op kantoor, mag ik een boterham in het klaslokaal eten, wanneer komt mama me ophalen?’ In een hoog tempo jaagde ze haar beltegoed er doorheen, maar ik kreeg het niet over mijn hart om er over te beginnen.