Moddervoetbal (vervolg op start van het seizoen)



Na het winterseizoen is altijd de vraag waar je moet beginnen: de rommel in de tuin opruimen, de perkjes onkruidvrij maken, houthakken of de pomp aansluiten. Uiteindelijk kies ik voor het laatste, tevens het gemakkelijkste karwei en haal het apparaat en de meters lange tuinslag van zolder. Het is een goed vooruitzicht dat we vanavond in ieder geval kunnen douchen. Vervolgens maak ik een vuurtje in oud olievat achter in de tuin tegenover de afvalberg. Vrijwel de gehele middag gooi ik takken, bladeren en dennennaalden in het vuur. Ondanks dat Kolja kruiwagens vol nieuwe rotzooi aanvoert, slinkt de afvalberg aanzienlijk.

Tussendoor probeer ik een paar aardappelveldjes schoon te maken. Het wieden valt me zwaar, het werk vordert erg langzaam. Eerst maak ik een diepe steek in grond en daarna probeer ik de kluit van de ongewenste begroeiing te ontdoen. De aarde is vochtig, plakkerig en zwaar, het stikt van de wormen, gelukkig zijn er nog maar weinig andere insecten. Onderwijl wordt het steeds warmer, eerst trek ik mijn jas en later mijn vest uit. Een blik op de thermometer verraadt dat het ongemerkt zomer is geworden.

Aan het einde van de middag komen een paar voetbalvriendjes van Kolja informeren of we zin hebben in een wedstrijdje. Hoewel mijn knieën niet meer willen buigen en mijn rug op slot zit ga ik akkoord, de afwisseling zal me goed doen. Ik steek de kachel in het douchegebouwtje aan en berg de spade op, de aardappels kunnen morgen net zo goed gepoot worden.

Na het avondeten ga ik op zoek naar passende sportkleding en vind een belachelijke boxershort die dienst moet doen als korte broek en een paar afgetrapte gympies. Het knollenveldje ligt er na de winter niet eens zo slecht bij. Buurman Jura en ik ruimen de afgebroken takken en papiertjes op. Kolja en zijn makkers verschijnen precies op het moment dat we klaar zijn. Door de regen is de ongelijke mat spekglad geworden, de bal maakt de meest onverwachte wendingen. Dit leidt tot prachtige missers en toevallige goals. Na een minuut of tien spelen glijd ik uit en val languit achterover in een plas die ongeveer mijn omvang heeft. Binnen enkele seconden absorbeert de kleding het modderwater. Er valt een last van me af, ik ben nu zo smerig dat ik voor elke bal kan gaan. Vuil en bezweet, wat kan een mens zich nog meer wensen, het seizoen is daadwerkelijk begonnen.