Vergif maken



Tijdens de hete en eeuwigdurende zomer van niet 1975 was ik in de weekenden ‘s avonds vaak alleen thuis. Mijn broer bleef meestal bij zijn klasgenoot Jaap logeren. Mijn ouders gingen uit eten in het Vaantje en gingen aansluitend naar het theater of de bioscoop. Waar hun enthousiasme vandaan kwam om ineens samen op stap te gaan ontging me volledig, maar van de geboden vrijheid maakte ik dankbaar gebruik. Niet zelden keek ik tv tot het testbeeld met de pieptoon verscheen. Regelmatig schonk Berend Boudewijn een kleuren televisie of kleuren televisie stoel aan een winnend echtpaar. Ik was dan erg geëmotioneerd, temeer omdat we toentertijd zelf nog een zwart wit toestel hadden. Jaren later kon je een auto winnen, maar dat vond ik niets, een kleuren tv is voor mij altijd de ultieme hoofdprijs gebleven. Af en toe genoot ik van ‘der Komissar’ één van de eerste Duitse krimi’s. Na afloop was ik zo bang dat ik het licht in mijn slaapkamer liet branden en steeds achterom keek of iemand achter me stond. Pas als ik mijn ouders hoorde thuiskomen knipte ik het bedlampje uit en veinsde in een diepe slaap te zijn als mijn moeder polshoogte nam.

Waarschijnlijk geïnspireerd door de misdaadserie van onze oosterburen, besloot ik op een dag zelf vergif te maken. Ik had een oude plastic beker uit de keuken weggenomen en vulde deze met tandpasta, de op zich al kwaadriekende Fresh Up after shave van mijn pa en het badschuim van Badedas dat ik van sinterklaas had gekregen, omdat ik niet graag douchte. Niet tevreden met het resultaat - het brouwsel leek mij allerminst fataal - voegde ik Jozo zout, peper en notenmuskaat toe. Daarna had ik geen lust meer om verder te experimenteren en verborg het mengsel achter het gordijn in uiterste hoek van de vensterbank.

Weken later stootte ik op het verscholen elixer, toen ik een keer uit het raam keek. Het was inmiddels tot een walgelijke lichtgroene substantie verworden. Het was me gelukt om echt gif te mengen! In mijn enthousiasme toucheerde ik het gevaarlijke spul lichtjes met mijn rechterhand. Wat moest ik doen, ik had mezelf zojuist vergiftigd? In dolle paniek opende ik het raam en smeet de beker in de tuin van buurman Louter. Achteraf gezien een gelukkige zet, hij zou hierover nooit iets zeggen, aangezien hij en mijn vader bepaald geen vrienden waren. Ontdaan van het belastend materiaal snelde ik naar de badkamer en boende mijn handen minutenlang met zeep schoon.