Vera en school



‘Volg Vera maar een beetje’, schreef Arjen van der Sar me een tijdje geleden. Bij deze dan speciaal voor hem

Schoonschrijven

Donkere, gecomprimeerde dagen, zonder ophouden sneeuwt het, hoge ijshopen liggen langs de weg. Het doet zich als een uitgerekte, eentonige nacht gevoelen, zo moet een mol het leven ongeveer ervaren. Het is eind november. Alweer drie maanden zit mijn dochter in de eerste klas. We ploegen onhandig door de mulle sneeuw naar school.

Nochtans valt de grote school haar niet tegen, ze leert er veel: lezen, rekenen en schrijven. Tevens heeft ze de behoefte om de vers opgedane kennis over te dragen. Daarmee treedt Vera in de voetsporen van haar grootmoeder Lidie Michailovna die Literatuur onderwees en Natasha die Engels doceert. Vorige week bood ze me schrijflessen aan. Ze schreef per regel een letter uit het alfabet en ik werd geacht de regel vol te pennen. Met de Russische blokletters had ik geen moeite, maar de schrijfletters vragen nogal wat training. Op de lagers school was ik allerminst bedreven is het schoonschrijven. Waar sommige meisjes in mijn klas exacte kopieën van de prachtige gekrulde letters maakten, leverde ik vlekkerige hanenpoten in. Zij kregen een stempeltje of een plaatje, mijn werk zat vol verbeteringen met de gevreesde rode pen. De schrijfsessies in het broeierige noodgebouw van de Evert Kuilema school duurden eindeloos. Dit was niet wat ik me van het ware leven, dat na de saaie kleuterschool zou beginnen, had voorgesteld.

De excursie

Mijn jongste kind is reeds aangekleed als ik haar slaapkamer binnentreed. Ze zit aan haar bureau te tekenen. Op zich een unicum, want zij is niet echt een vroege vogel. Ik vermoed dat ze rond zessen tot deze verbazingwekkende actie is overgegaan. Volgens haar om 3 uur, maar ze kan nog geen klok kijken, de grote wijzer geeft naar haar mening het uur aan. Over de aanleiding is Vera heel duidelijk. ‘Ík was bang om me te verslapen, de bus vertrekt al om 9 uur’, zegt ze zonder op te kijken. Het is tien voor zeven, ik ben maar half wakker en niet opgewassen tegen zoveel common sense. Ik stel voor dat zij nog even verder gaat met haar belangrijke bezigheden aan de schrijftafel, terwijl ik het ontbijt voorbereid. In de plaats daarvan vlucht ik de badkamer in. Onder de douche bedenk ik dat ik een lafaard en leugenaar, kortom een realistische ouder ben.

Eenmaal gewassen en gekleed lukt het, mede dankzij het chocoladeballen met halfvolle melk ontbijt, de aandacht van het vertrek af te leiden. Totdat de klok, het erfstuk dat ooit aan mijn oma toebehoorde, begint te luiden. Vera telt acht slagen. We moeten nu echt dringend weg, anders rijdt de bus zonder haar naar de Kathedraal van Peter en Pavlovsk.

Ik voel me ietwat bezwaard. Eindelijk is mijn dochter vroeg uit de veren, bereid om voort te maken en nu probeer ik op alle mogelijke manieren tijd te rekken. Ik probeer haar een paar boterhammen voor onderweg aan te praten. Gedecideerd wijst ze het aanbod af, de juf heeft de kinderen verboden om voedsel mee te nemen. Een fles leidingwater volstaat. Later vertelt Natasha me dat het iets minder streng was. De onderwijzeres had de ouders slechts verzocht om de kinderen geen overlevingspakketten mee te geven voor een uitstapje dat amper drie uur in beslag neemt. Zo had een van de kinderen tijdens het vorige reisje een halve gebraden kip bij zich. Dat is wat je noemt een echt lekker sprekend voorbeeld.

Om halfnegen verlaten we het appartement en wandelen naar school. Bij het schoolgebouw treffen we niemand van Vera’s klas aan. ‘De bus is zonder mij vertrokken’, stelt mijn dochter bedroefd vast. Ik moet bekennen dat ik als opvoeder heb gefaald. We lopen naar de bushalte, maar ook daar houdt de groep zich niet op. Plotseling rent Vera bij me vandaan, ze heeft een klasgenootje bij de ingang van de school gezien. Hij is de eerste, weldra sluiten er nog twee meisjes en een moeder aan. Mijn dochter glimlacht opgelucht en roept: ‘tot ziens papa’. ‘Zal ik niet blijven wachten tot de bus komt om je uit te zwaaien’, vraag ik verbouwereerd. ‘Nee, ga maar gauw naar je werk’, antwoordt ze vriendelijk. Ze heeft me gewoon niet meer nodig, wat ongemakkelijk slof ik weg.