Zomernadagen



De scholen zijn weer begonnen. De eindeloze 3 maanden durende zomervakantie is toch voorbijgegaan. Waarom werden wij in Nederland toch met een zuinige zes weekjes afgescheept? Ik sluit aan in de rij van ouders die hun kroost naar de eerste klas brengen. Je haalt nieuwelingen er zo uit, ze stralen helemaal als ze het schoolgebouw betreden. Behulpzaam houden ze de oversized schooltas vast, terwijl hun zoontje of dochtertje onhandig van schoeisel wisselt. In de klas mag je geen straatschoenen dragen. Om twintig voor negen komt de juf de kinderen ophalen. Onbedoeld heeft haar komst naar de hal op de begane grond iets theatraals. Ze daalt de brede trap af, terwijl de ouders en kinderen vol ontzag toekijken. Even heb ik de neiging om te applaudisseren. De onderwijzeres neemt de kinderen mee en opgelucht verlaat ik het pand.

Buiten krijg ik een reclame voor karate in mijn handen gedrukt, het lijkt me niet een sport voor mijn dochter. Ik steek de weg over en kies het pad dat tussen twee kleuterscholen ligt. In het gebouw aan mijn rechterhand heeft Kolja enige tijd doorgebracht, aan de overkant heeft Vera drie jaar gezeten. Kolja leerde pas achteraf de djetski sad waarderen. Je hoefde er niets te doen, zei hij een tijdje terug met spijt in zijn stem.

In de metro is het druk, de studenten en scholieren zijn van hun zomerreces terug. Het is klam, benauwd en veel te heet, bovendien stinkt het naar zweet. Mijn eigen transpiratiegeur stel ik beschaamd vast, terwijl ik toch ’s ochtends netjes een douche heb genomen.

Ik heb mijn boek op het nachtkastje laten liggen en dood de tijd door om me heen te kijken. De voor- en de achterkant van de treinstellen van de Metropolitain hebben deuren en belangrijker nog ramen, waardoor je in de volgende wagon kunt kijken. Hierdoor voel je je minder opgesloten. Tegelijkertijd is het ook een beetje raar. Of je het nu wilt of niet, je hebt toch het gevoel dat je de mensen aan de andere kant bespiedt. En niet te vergeten dat je zelf ook van alle kanten in de gaten gehouden wordt. Een beetje ochtendwaanzin is me niet vreemd op deze milde september morgen.