Het lengen der dagen



De dagen worden nu, begin februari, merkbaar langer. Vanochtend liepen Vera en ik in de schemering naar school. Uit de grauwe grijze lucht daalde natte sneeuw op ons neer. Moeizaam ploeterden we door de verpoederde sneeuw, het is soms net als of je over een droog en zacht strand loopt. Voortdurend dreig je weg te zakken door de mulle bovenlaag.

Vlak voordat we het schoolgebouw bereikten ging de straatverlichting uit. Het duurt nog zeker twee maanden voordat de lente werkelijk aanvangt, maar dit was toch een (welkom) teken dat het voorjaar op komst is. Twee weken geleden was in Moermansk voor het eerst sinds twee maanden de zon opgekomen. Het was 32 minuten licht geweest. In Petersburg valt het kortom allemaal best mee.

Met het lengen der dagen neemt ook de gladheid toe. Het sneeuwt dan wel vaak, steeds vaker smelt het net zo vlug weg als het gevallen is. Met als gevolg dat het smeltwater de maandenoude bijna versteende ijslaag bedekt. Het wegdek en de stoep zijn daardoor spiegelglad. Op Bolshoi Prospekt (de grote Avenue) gleed ik op de stoep uit en viel zijwaarts in een plas. Verbouwereerd krabbelde ik overeind en voelde voorzichtig aan mijn pijnlijke linkerbeen. De schade bedroeg slechts enkele natte broekspijpen, verdronken sokken en een geschramde enkel. Eigenlijk had ik niets te klagen, maar het was al de tweede keer in korte tijd, terwijl ik normaal gesproken slechts één keer in het jaar onderuit ga. Vorige week landde ik ter hoogte van hotel Pulkovskaja op mijn achterwerk in een berg sneeuw. Een zachte plof, alsof ik op een kussen terecht was gekomen. Verbaasd stond ik op, klopte ik de vlokken van mijn broek en vervolgde mijn weg.

Met het extra licht lijkt ook mijn zin weer terug te keren. Er is een weg uit de lange, duistere, welhaast vormeloze winter. Weldra wordt het datsjaseizoen geopend.