Zo maar wat winteraantekeningen
10 februari 2011
Het is bar koud op straat vanwege de gure wind. Ik heb vanmorgen niet op de thermometer gekeken,
maar het is evident dat de temperatuur ergens tussen de tien en vijftien graden onder de nul ligt.
De zon schijnt vanuit een vlekkeloze blauwe hemel op de stad. Een uitzondering in het dikwijls grijze
Petersburg. De zonnestralen zijn vooralsnog symbolisch, ze zijn te zwak om enige warmte af te geven.
Ik ploeter voort op het poedersuikerpad in het park. Bij iedere stap verdwijnt de schoen tot halverwege
de zachte sneeuw en komt op onzichtbare harde ijslaag tot stilstand. In dit winterse weer wordt de met
het park parallel liggende tramrails vervangen. Twee maanden geleden werden de sporen gelicht en de
bielzen opgegraven. Vrachtwagens reden, onhandig schokkend over de opgebroken straat, met het puin weg.
Een diepe gleuf die weldra ondersneeuwde restte. Alweer een stukje tram verdwenen dacht men toen ten
onrechte. Een week of twee geleden werden de werkzaamheden weer hervat, alsof de band teruggespoeld werd.
Trucks met bouwmaterialen reden af en aan en graafmachines ruimden de sneeuw op, nieuwe dwarsliggers werden
geplaatst en daarover worden nu de spoorstaven gelegd.
Een onbegaanbaar park, een opgebroken straat, jagende vrieskou en een optimistisch, maar verlegen schijnend
zonnetje. Enkel van de honden en hun trouwe bazen ontbreekt vanochtend ieder spoor.