Herfstrelaas

Ik moet uitkijken dat dit geen somber stukje wordt, Een relaas in mineur over vallende, bontgekleurde herfstbladeren, gure wind, natte sneeuw en afnemende energie tijdens de almaar korter wordende dagen.

Deze week hebben de schoolkinderen vakantie, de docenten krijgen gewoon doorbetaald en worden geacht op het werk te verschijnen. Gelukkig niet om negen uur, maar ongeveer om tien uur of half elf. Aanvankelijk vroeg ik me af hoe ik de tijd moest doorbrengen. Ik had al een stukje voor Peet in mijn hoofd, maar daar kwam echter niets van. De klassenboeken moesten met spoed worden ingevuld. Even leefde ik in de veronderstelling dat ik mijn werkzaamheden reeds voor de vakantie had afgerond. Niets bleek minder waar. Behalve het gewone journaal bleek er nog een boek te bestaan waarin ik de gratis facultatieve en de betaalde extra lessen diende te noteren. Al met al een aanzienlijke hoeveelheid arbeid, want van de reguliere vijf klassen en twee commerciële groepen moest ik de lesthema's, huiswerk en absentielijst invullen. Gelukkig had ik zelf het een en ander in een verfomfaaid schriftje bijgehouden, anders had ik niet geweten wat ik moest opschrijven. Eigenlijk wordt alles bijgehouden, het nut ervan kan ik zo direct niet aangeven, maar ik ben er zeker van dat het later zal blijken.

Van neerslachtigheid heb ik geen last gehad, aangezien ik twee dagen achtereen koortsachtig lijstjes heb ingevuld. Na afloop had ik hetzelfde gevoel als na een doorsnee lesdag: ik had echt gewerkt. De overige twee dagen kon ik wegdromen tijdens de vergaderingen. Enkel het opstaan viel me bijzonder zwaar. Vanzelfsprekend maakte ik van de mogelijkheid gebruik om een uur of zelfs anderhalf uur langer in bed te blijven. Het leek echter wel of ik geweldige werkzaamheden tijdens mijn nachtrust had verricht. De herhalingsknop van de wekker op mijn nieuwe mobiele telefoon kan ik niet vinden, waardoor ik gedwongen was de warme lakens direct vaarwel te zeggen en in het duister naar mijn ondergoed op zoek te gaan. Een stevig ontbijt met twee koppen padkoffie van een zeer bekend Hollands merk en een warme douche ten spijt, wakker werd ik nauwelijks. Lusteloos strompelde ik naar school en keerde halverwege huiswaarts (na pakweg honderd vijftig meter) omdat ik mijn binnenschoenen was vergeten.

Als vijftienjarige vroeg ik me af, als ik met zijwind –In Berkel had je zelden de wind echt mee of tegen- over het Bonfut naar Scholengemeenschap Caland fietste, of het niet beter zou zijn om net als de dieren een winterslaap te houden. Geen slaapverwekkende lessen uitzitten, schier onoplosbare sommen maken, lusteloos woordjes leren, maar gewoon lekker uitrusten bij de centrale verwarming onder het genot van een kop Pickwick en Mariakaakjes. Op dinsdag de Vara, op woensdag de Kro en vrijdag de Vpro op Hilversum 3, alleen maandag met de Avro en donderdag met de Tros was het een beetje afzien. Ik dacht veel en helder na tijdens mijn vroege fietstochten naar school. Voor de leerkracht was het tenslotte toch ook geen pretje om naar al die gapende, onverschillige kinderen te kijken. Het was eigenlijk allemaal zo simpel, dat daar nooit eens een slimme schooldirecteur of politicus opkwam.