Rapporten

Soms prijs ik mij, ten gevolge van een onjuiste conclusie, een gelukkig mens. Zo dacht ik de afgelopen veertien dagen het leraarschap beter onder de knie te krijgen. Allerlei hoopgevende signalen meende ik op te vangen. Zelfs de meest hardnekkige nietsnutten begonnen zich enigszins in te zetten. Normaal niet meer waard dan een 2 persten ze er een 3 uit (*). Daarbij bleken ze wel degelijk in staat om onderscheid tussen onderwerp en lijdend voorwerp te maken, alsmede to be en to have op propere wijze te hanteren. ‘Is he does’, behoorde tot het verleden. Nog groter was mijn verbazing toen het merendeel van de vijfde klas een ruime voldoende voor de Possessive case toets scoorde. Voor een leraar is niets mooier dan enkelhoge cijfers te geven.

Na enige tijd begonnen er toch enige twijfels te rijzen, zo vlak voor het einde van de derde termijn. Vooral toen een notoire dvojnik (iemand die tweeën haalt) na een succesvolle test een vier op zijn rapport wilde zien. Eigenlijk was het goed dat hij me uit de droom had geholpen. De verhoogde interesse in het vak Engels had meer met de confrontatie met het thuisfront dan mijn vermeende capaciteiten als onderwijzer van doen. Niettemin heb ik twee weken genoten van het vlijt dat de leerlingen aan de dag legden.

2 onvoldoende
3 voldoende
4 goed
5 uitmuntend