Sneeuw, liefde en de openlucht sportschool
Vorige week trad de winter plotsklaps in. In de nacht van zondag op maandag was er welhaast stiekem een
fiks pak sneeuw geland. De straatvegers waren aan het begin van de week nog niet in actie gekomen,
op zich is dat geen probleem, ware het niet dat de vele jeeps diepe groeven en hoge wallen in de sneeuw
hadden gereden. Iedere ochtend lag er weer een glinsterende laag op straat. De glitter, het vale ochtendlicht,
de zich langzaam voortbewegende kinderen, de wereld was betoverd, alsof de kerst per vergissing vier weken
te vroeg was aangevangen.
Op zaterdagochtend, na mijn Engelse les, dronk ik een kop koffie en at een broodje. Daarna vroeg ik me af wat
ik zou kunnen doen. Ik had geen zin om boodschappen te doen of af te wassen. Hoewel het lichtjes sneeuwde,
voelde ik de drang om naar buiten te gaan, mijn ingedutte lichaam smeekte om een beetje beweging.
Ik besloot om naar de trainingstoestellen die op het terrein van club ‘Pulkovets’ staan te gaan. Enkele jaren
geleden heeft de deelgemeente of een weldoener besloten het grasveldje van de club van een flink aantal
trainingstoestellen te voorzien. Een roeitoestel, enkele langlaufmachines, een fiets een nog een heleboel
waarvan ik als niet kenner de naam niet weet. Ik ben nooit in een sportschool geweest: opzwepende disco,
opgezette spieren, glimmende pezen en ingesmeerde, ontblote bovenlichamen, het leek me allemaal niets.
Voor mijn gevoel had het meer met de prikkeling der zintuigen dan sport te maken.
Evenwel, dertig jaar later, in een waterdicht ski-jack met een muts op en warme handschoenen aan,
heb ik dit bezwaar niet meer. Mijn keus valt op de fiets. Ik veeg het zadel schoon en schop de sneeuw rond
de pedalen weg. Eenmaal plaatsgenomen schakel ik mijn player aan en zoek de Cult op. De laatste weken luister
ik vaak naar ‘Love’ een meesterwerkje uit 1985 waar hard rock, punk, gothic en hippie op prima wijze samenkwamen.
Het lekker rauw klinkende album met de hits ‘Rain’ en ‘She sells sanctuary’ kwam op een moment dat de new wave
erg vlak was geworden. Weldra ga ik op in de klanken, en trap als een machine mee in het tempo van de muziek.
Na enige tijd verdwijnt de kou uit het zadel. Traag dalen de sneeuwvolkjes uit de hemel neer. De conturen
van de omliggende flatgebouwen vervagen. Inmiddels rijd ik op mijn groene Juncker over een kaarsrecht
fietspad met grijze tegels tussen de twee uitgestrekte weilanden. De leegte tegemoetkoersend.